Besluit van 15 april 1992, houdende uitvoering van artikel 8 van de Wet geluidhinder met betrekking tot huishoudelijke apparaten
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 24 april 1991, nr. MJZ 24491011, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;
Overwegende, dat het ingevolge de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 1 december 1986, nr. 86/594/EEG ( PbEG L 344) betreffende het door huishoudelijke apparaten voortgebrachte luchtgeluid, noodzakelijk is regels te stellen dienaangaande;
Gelet op artikel 8 van de Wet geluidhinder ( Stb. 1979, 99);
De Raad van State gehoord (advies van 28 oktober 1991, no. W08.91.0232);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 6 april 1992, nr. MJZ06492013, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
1.
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a.
huishoudelijke apparaten: alle machines, onderdelen van machines of installaties, die zijn gefabriceerd om voornamelijk te worden gebruikt binnen de woning met inbegrip van kelders, garages en andere bijgebouwen, met uitzondering van:
1°.
apparaten, uitrustingen of machines die uitsluitend voor industriële of professionele doeleinden zijn ontworpen,
2°.
apparaten die een wezenlijk onderdeel vormen van een gebouw of de installaties van een gebouw,
3°.
onderdelen van uitrustingen, zoals motoren, en
4°.
elektro-akoestische apparaten;
b.
geluidsvermogensniveau: A-gewogen geluidsvermogensniveau LWA, in decibel (dB) ten opzichte van het geluidsvermogen van een picowatt (1 pW), overgebracht door de lucht;
c.
familie van huishoudelijke apparaten: alle modellen van verschillende huishoudelijke apparaten die zijn ontworpen om dezelfde functie te vervullen en die door een identieke hoofdenergiebron worden gevoed;
d.
serie van huishoudelijke apparaten: alle huishoudelijke apparaten van een zelfde model met bepaalde kenmerken, die door eenzelfde fabrikant zijn geproduceerd;
e.
partij van huishoudelijke apparaten: bepaalde hoeveelheid van een bepaalde serie van huishoudelijke apparaten die is gefabriceerd of geproduceerd onder uniforme voorwaarden.
Artikel 2
Indien een fabrikant of importeur van huishoudelijke apparaten bij het in Nederland in de handel brengen daarvan informatie over de geluidproduktie van de apparaten verstrekt, dient de informatie te worden verstrekt overeenkomstig
artikel 3.
1.
Informatie over de geluidproduktie van huishoudelijke apparaten dient mede het geluidsvermogensniveau van de apparaten te vermelden.
2.
Het geluidsvermogensniveau dat wordt vermeld, mag niet lager zijn dan het van de desbetreffende serie van huishoudelijke apparaten bepaalde geluidsvermogensniveau.
3.
Indien voor een familie van huishoudelijke apparaten een etiket betreffende andere informatie is voorgeschreven, dient het geluidsvermogensniveau op dat etiket te worden vermeld.
4.
Op verschillende wijzen gegeven informatie over het geluidsvermogensniveau van een serie van huishoudelijke apparaten dient onderling geen wezenlijke verschillen te vertonen.
1.
De controle op de juistheid van informatie die over het geluidsvermogensniveau van huishoudelijke apparaten door de betrokken fabrikant of importeur wordt verstrekt, geschiedt door middel van steekproeven die worden genomen uit afzonderlijke partijen van huishoudelijke apparaten en die worden uitgevoerd overeenkomstig de methode die is beschreven in de bij dit besluit behorende
bijlage .
2.
Met de controle, bedoeld in het eerste lid, is belast een daartoe door Onze Minister aangewezen instantie.
3.
Onze Minister stelt regels met betrekking tot de bepaling van het geluidsvermogensniveau van daarbij aan te geven families van huishoudelijke apparaten, die worden toegepast bij de controle op de juistheid van de informatie die over het geluidsvermogensniveau van die apparaten wordt verstrekt.
1.
Indien uit een controle als bedoeld in
artikel 4, eerste lid, blijkt dat informatie die over het geluidsvermogensniveau van een partij van huishoudelijke apparaten wordt verstrekt, onjuist is, doet de instantie die met de controle is belast, daarvan mededeling aan de betrokken fabrikant of importeur.
2.
De betrokken fabrikant of importeur dient er zorg voor te dragen dat met betrekking tot de desbetreffende partij van huishoudelijke apparaten onverwijld na de ontvangst van een mededeling als bedoeld in het eerste lid, de onjuiste informatie wordt verwijderd dan wel vervangen door de juiste informatie. Deze verplichting geldt alleen voor apparaten die in Nederland in de handel zijn op de datum van de ontvangst van de mededeling door de fabrikant of importeur dan wel na die datum in de handel worden gebracht.
Artikel 6
Het is voor anderen dan de fabrikant of importeur van huishoudelijke apparaten verboden bij het in de handel brengen andere informatie over de geluidproduktie van de apparaten te verstrekken dan door de fabrikant of importeur overeenkomstig
artikel 3 is verstrekt.
Artikel 7
Met betrekking tot huishoudelijke apparaten, behorende tot een serie die voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit in Nederland in de handel was, geldt
artikel 2 met ingang van een jaar na dat tijdstip.
Artikel 8
Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit geluidinformatie huishoudelijke apparaten.
's-Gravenhage, 15 april 1992
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Uitgegeven de veertiende mei 1992
De Minister van Justitie,