Let op. Deze wet is vervallen op 1 januari 2014. U leest nu de tekst die gold op -.

Besluit heffingen kamers van koophandel en fabrieken

Uitgebreide informatie
Besluit van 24 december 1997, houdende vaststelling van de onderlinge verhouding van ondernemingen ten behoeve van door kamers van koophandel en fabrieken vast te stellen bijdragen (Besluit heffingen kamers van koophandel en fabrieken)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 8 oktober 1997, nr. 97061858 WJA/W;
Gelet op de artikelen 32, vierde lid, en 37, tweede lid, van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997;
De Raad van State gehoord (advies van 11 december 1997, nr. W10.97.0654);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 17 december 1997, nr. 97079371WJA/W;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
Voor de toepassing van artikel 32 van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997 wordt de onderlinge verhouding van ondernemingen bepaald aan de hand van de volgende indeling in categorieën met de daarbij vermelde gewichten:
ondernemingen toebehorende aan een natuurlijk persoon en Europese economische samenwerkingsverbanden 1
verenigingen en stichtingen 2
rechtspersonen die geen onderneming drijven 2
vennootschappen onder firma 2
commanditaire vennootschappen 3
coöperaties, Europese coöperatieve vennootschappen en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen tot 50 3
naamloze vennootschappen, Europese naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een maatschappelijk kapitaal tot € 2 500 000 en een aantal werkzame personen tot 50 3
vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen tot 50 3
coöperaties, Europese coöperatieve vennootschappen en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen van 50 tot 250 8
naamloze vennootschappen, Europese naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een maatschappelijk kapitaal van € 2 500 000 tot € 10 000 000 en een aantal werkzame personen van 50 tot 250 8
vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen van 50 tot 250 8
coöperaties, Europese coöperatieve vennootschappen en onderlinge waarborgmaatschappijen met een aantal werkzame personen van 250 of meer 20
naamloze vennootschappen, Europese naamloze vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid met een maatschappelijk kapitaal van € 10 000 000 of meer en een aantal werkzame personen van 250 of meer 20
vennootschappen en rechtspersonen opgericht naar het recht van een ander land dan Nederland met een aantal werkzame personen van 250 of meer 20
1.
Bij de vaststelling van het in artikel 1 bedoelde maatschappelijk kapitaal en aantal werkzame personen geldt als peildatum 1 januari van het jaar waarvoor de onderneming de desbetreffende bijdrage is verschuldigd.
2.
Voor de toepassing van artikel 1 worden onder werkzame personen verstaan de al dan niet in dienst van de betrokken onderneming werkzame werknemers, de meewerkende eigenaren en de meewerkende gezinsleden van een eigenaar, steeds voor zover zij doorgaans ten minste 15 uur per week werkzaam zijn.
3.
Naamloze vennootschappen, Europese naamloze vennootschappen, Europese coöperatieve vennootschappen en besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid die slechts gedeeltelijk voldoen aan de in artikel 1 ten aanzien van die categorieën gestelde criteria, worden ingedeeld in de categorie met het laagste gewicht waaraan zij gedeeltelijk voldoen.
Artikel 4
Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop hoofdstuk 6 van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997 in werking treedt.
Artikel 5
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit heffingen kamers van koophandel en fabrieken.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
Het Oude Loo, 24 december 1997
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
Uitgegeven de dertigste december 1997
De Minister van Justitie,
Inhoudsopgave
Artikel 1
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 4
Artikel 5
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht
Jurisprudentie
Voorbeelden van het gebruik van deze artikel(en) in rechterlijke uitspraken