Besluit van 10 mei 1973, houdende instelling van een kanselarijrecht voor het verzamelen en/of verstrekken van inlichtingen van exportbevorderende en handelsbemiddelende aard
Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken van 28 maart 1973, Directie Algemene Zaken, DAZ/JZ-55235;
Overwegende dat het gewenst is een kanselarijrecht in te stellen voor het verzamelen en/of verstrekken van inlichtingen van exportbevorderende en handelsbemiddelende aard;
Gelet op artikel 2 onder G van de Wet van 1 november 1948, Stb. I 481, tot het vaststellen van nieuwe bepalingen betreffende de heffing van kanselarijrechten;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1
De ambtenaar heft als kanselarijrecht: post 250, voor het ten behoeve en op verzoek van Nederlanders en rechtspersonen naar Nederlands, Nederlands-Antilliaans en Arubaans recht en afgestemd op een zakelijke behoefte van degene, die het verzoek heeft gedaan,
A.
verlenen van hulp gericht op het aanknopen en/of bestendigen van relaties in het buitenland op het gebied van handel, industrie en diensten
per half uur ...... € 13,61.
B.
inwinnen en verstrekken van inlichtingen omtrent projecten en grote werken
per half uur ...... € 13,61.
C.
het verstrekken van informatie omtrent personen en ondernemingen in het buitenland
per half uur ...... € 13,61.
Artikel 2
Dit besluit treedt in werking op 1 juli 1973.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Uitgegeven de eerste juni 1973.
De Minister van Justitie,