Besluit van 26 februari 2011, houdende regels betreffende informatieverstrekking over het energieverbruik (Besluit kostenoverzicht energie)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 15 juli 2008, nr. WJZ / 8074858;
Gelet op Richtlijn nr. 2006/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 april 2006 betreffende energie-efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten en houdende intrekking van Richtlijn 93/76/EEG van de Raad (PbEU L 114), de artikelen 4, 5 en 6 van de Wet implementatie EG-richtlijnen energie-efficiëntie en artikel 40, vierde lid, van de Gaswet;
De Raad van State gehoord (advies van 13 augustus 2008, nr. W10.08.0305/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie van 24 februari 2011, nr. WJZ / 11026264;
Hebben goedgevonden en verstaan:
1.
Indien een eindafnemer in het bezit is van een op afstand uitleesbare meetinrichting die op afstand wordt uitgelezen, verstrekt de leverancier ten minste zesmaal per jaar een recent verbruiks- en indicatief kostenoverzicht, gebaseerd op het actuele energieverbruik van warmte of koude, aan deze eindafnemer.
2.
Indien een eindafnemer niet in het bezit is van een op afstand uitleesbare meetinrichting die op afstand wordt uitgelezen, verstrekt de leverancier ten minste eenmaal per jaar een recent verbruiks- en indicatief kostenoverzicht, gebaseerd op het actuele energieverbruik van warmte of koude, aan deze eindafnemer.
3.
In afwijking van het eerste lid verstrekt de leverancier op verzoek van de eindafnemer minder dan zesmaal per jaar een verbruiks- en indicatief kostenoverzicht.
Artikel 2
Het verbruiks- en indicatief kostenoverzicht, bedoeld in
artikel 1, vermeldt in duidelijke en begrijpelijke taal:
a.
de periode waarop het verbruiks- en indicatief kostenoverzicht betrekking heeft;
b.
het totale verbruik in de periode waarop het verbruiks- en indicatief kostenoverzicht betrekking heeft in meeteenheden;
c.
met betrekking tot de prijs: een reële indicatie van de energiekosten in de periode waarop het verbruiks- en indicatief kostenoverzicht betrekking heeft, uitgedrukt in:
1°.
de prijs per meeteenheid in de periode waarop het verbruiks- en indicatief kostenoverzicht betrekking heeft, waarbij gebruik kan worden gemaakt van de prijs per meeteenheid voor overeenkomsten voor onbepaalde duur voor eindafnemers van dezelfde verbruikerscategorie, en
2°.
de variabele kosten van het verbruik in de periode waarop het verbruiks- en indicatief kostenoverzicht betrekking heeft;
d.
wanneer dit mogelijk is, een vergelijking van het verbruik van de eindafnemer in de periode waarop het verbruiks- en indicatief kostenoverzicht betrekking heeft met het verbruik van die eindafnemer in dezelfde periode van het voorgaande jaar, waarbij tevens de actuele gegevens onder c aan het verbruik in dezelfde periode van het voorgaande jaar worden gerelateerd;
e.
wanneer dit mogelijk en nuttig is, een vergelijking met een gemiddelde genormaliseerde of benchmark-energieafnemer van dezelfde verbruikerscategorie;
f.
contactinformatie van consumentenorganisaties of soortgelijke organisaties, met inbegrip van internetadressen, waar informatie kan worden verkregen over de beschikbare maatregelen ter verbetering van energie-efficiëntie, vergelijkende eindafnemersprofielen of objectieve technische specificaties voor energieverbruikende apparatuur.
1.
De
artikelen 1 en
2 zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van op afstand uitleesbare meetinrichtingen voor elektriciteit, met dien verstande dat in plaats van «meeteenheden» telkens wordt gelezen: kWh elektriciteit en het verbruiks- en indicatief kostenoverzicht in aanvulling op artikel 2 tevens vermeldt de hoeveelheid door de afnemer aan het net teruggeleverde elektriciteit in de periode waarop het verbruiks- en indicatief kostenoverzicht betrekking heeft, uitgedrukt in kWh elektriciteit.
2.
De
artikelen 1 en
2 zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van op afstand uitleesbare meetinrichtingen voor gas, met dien verstande dat in plaats van «meeteenheden» telkens wordt gelezen: m
3 (n) gas.
Artikel 4
Een handelaar in transportbrandstoffen vermeldt in of bij facturen of ontvangstbewijzen over niet-netgebonden energie aan eindafnemers:
a.
de afgenomen hoeveelheid in meeteenheden;
b.
de huidige actuele prijs per meeteenheid; en
c.
contactinformatie van consumentenorganisaties of soortgelijke organisaties, met inbegrip van internetadressen, waar informatie kan worden verkregen over de beschikbare maatregelen ter verbetering van energie-efficiëntie, vergelijkende eindafnemersprofielen of objectieve technische specificaties voor energieverbruikende apparatuur.
Artikel 5
[Wijzigt het Besluit milieutaak gasbedrijven Gaswet.]
Artikel 6
Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Artikel 7
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit kostenoverzicht energie.
’s-Gravenhage, 26 februari 2011
De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,
Uitgegeven de vierde maart 2011
De Minister van Veiligheid en Justitie,