Besluit van 15 september 1989, houdende een nadere werktijdregeling en overwerkvergoeding voor personenchauffeurs
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op voordracht van Onze Minister van Onderwijs en Wetenschappen, van 21 juli 1989, Centrale directie Personeelszaken, nr. 172.265 mede gedaan door Onze Minister van Binnenlandse Zaken op 15 augustus 1989, DG Management en Personeelsbeleid, Directie Arbeidsvoorwaarden, Afdeling Financiële Arbeidsvoorwaarden Rijkspersoneel, nr. AB89/151/1 en Onze Minister-President op 17 augustus 1989, nr. 89MO17063;
Overwegende, dat het wenselijk is om de arbeidsduur van personenchauffeurs die structureel overwerk verrichten te verlengen, onder de toekenning van een toelage, en een aparte regeling te treffen voor het overwerk;
Gelet op artikel 21, zevende lid, Algemeen Rijksambtenarenreglement, artikel 23, twaalfde lid, artikel 19 en artikel 25, tweede lid, Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984;
Hebben goedgevonden en verstaan:
1.
Buiten de voor hem geldende werktijden kan aan de krachtens
artikel 1 aangewezen ambtenaar overwerk worden opgedragen tot een gemiddelde van 45 uur per maand met een maximum van 540 uur per jaar tegen een vergoeding van 150% van het voor de aangewezen ambtenaar geldende salaris per uur.
2.
Overwerk dat aan de krachtens
artikel 1 aangewezen ambtenaar wordt opgedragen dat uitstijgt buiten het in het eerste lid van dit artikel genoemde aantal uren berekend over een periode van één jaar wordt vergoed op basis van verlof gelijk aan de extra gewerkte tijd en per extra gewerkt uur 50% van het salaris per uur van de aangewezen ambtenaar.
1.
Op basis van het gemiddeld aantal overuren als bedoeld in het
eerste lid van artikel 3 wordt iedere maand een vast aantal uren uitbetaald, met een maximum van 40 overuren per maand. Na een periode van één jaar vindt de verrekening plaats.
2.
Het overwerk als bedoeld in het
tweede lid van artikel 3 wordt vergoed op basis van een maandelijks door de aangewezen ambtenaar in te dienen declaratie.
Artikel 5 [Materieel uitgewerkt per 04-12-1998]
Aan de chauffeur, bij wie het gemiddeld aantal overuren (à 150%) per maand, berekend over de 24 maanden voorafgaand aan het moment van invoering, hoger is dan 45 uur, wordt gedurende een periode van 2 jaar op maandbasis een afnemend toeslagpercentage toegekend over het verschil tussen het 24-maands gemiddelde en voornoemde 45 uur. Het toeslagpercentage vertoont het volgende beeld:
's-Gravenhage, 15 september 1989
De Minister van Onderwijs en Wetenschappen,
De Minister van Binnenlandse Zaken,
Uitgegeven de drieëntwintigste november 1989
De Minister van Justitie,