1.
Door de in artikel 3, tweede lid, genoemde instantie kan ten behoeve van den Staat de nietigheid worden ingeroepen van alle sedert 10 Mei 1940 door of namens de ontbonden organisatie onverplicht verrichte handelingen, voor zoover het betreft:
1°. handelingen om niet;
2°. overeenkomsten, waarbij de waarde der verbintenis aan de zijde van de organisatie aanmerkelijk die der verbintenis aan de andere zijde overtreft;
3°. handelingen ter voldoening van of zekerheidstelling voor een niet opeischbare schuld;
4°. handelingen, waardoor het vermogen der organisatie is verminderd, verricht met of ten behoeve van een harer bestuurders, feitelijke leiders, leden, begunstigers of personen in haar dienst dan wel met of ten behoeve van den echtgenoot of een bloed- of aanverwant tot in den derden graad van een harer bestuurders, feitelijke leiders of gevolmachtigden.
2.
Bij de vereffening behoeven ter beoordeeling van de in artikel 3, tweede lid, genoemde instantie niet te worden voldaan:
1°. schulden aan bestuurders, feitelijke leiders, leden of begunstigers van eenige krachtens dit besluit ontbonden organisatie;
2°. schulden aan vijandelijke onderdanen of in vijandelijk gebied gevestigde organisaties;
3°. schulden, voortspruitende uit arbeidsovereenkomsten;
4°. schulden uit andere overeenkomsten, voor zoover deze overeenkomsten ten nadeele van het vermogen der organisatie hebben gestrekt.
Inhoudsopgave
Artikel 1
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 4
Artikel 5
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht