Besluit van het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren van 1 juli 2013 tot uitwerking van preventieve hygiënemaatregelen en inrichtingseisen voor pluimveebedrijven (Besluit preventieve hygiënemaatregelen en inrichtingseisen pluimveebedrijven (PPE) 2013)
Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren;
Gelet op de artikelen 5 en 6, tweede lid, van de Verordening productie van en handel in broedeieren en levend pluimvee 2003 en artikel 2, tweede lid, van de Verordening hygiënemaatregelen en bestrijding zoönosen in pluimveebedrijven en kuikenbroederijen (PPE) 2011;
Gezien de Verordening monitoring Aviaire influenza (PPE) 2005;
Artikel 1
a. uitloopsysteem | : | een houderijsysteem voor pluimvee waarbij het gehouden pluimvee de gelegenheid heeft om gebruik te maken van een uitloopterrein; |
b. uitloopterrein | : | het buitenterrein dat aansluit aan een stal en waarvan het pluimvee uit die stal gebruik kan maken tijdens het buiten lopen; |
c. afrasteren | : | het (gedeeltelijk) omheinen van een uitloopterrein. |
2.
Voorts wordt verstaan onder:
1.
De ondernemer zorgt er voor dat het uitloopterrein vanaf de stal met gaas van ten minste 1 meter hoogte zodanig is afgerasterd dat pluimvee van een naburig pluimveebedrijf het uitloopterrein niet kan binnentreden.
2.
Indien in of langs het uitloopterrein zich water bevindt waarin in het wild levende vogels zich ophouden of waar sporen, waaronder nestvorming, van deze vogels worden aangetroffen, dient de ondernemer het uitloopterrein eveneens hiervan af te rasteren met gaas van ten minste 1 meter hoogte.
Artikel 3
De ondernemer draagt met betrekking tot de inrichting van het uitloopsysteem zorg voor het volgende of neemt het volgende in acht:
a.
langs de zijde van de stal gelegen aan het uitloopterrein is een droge strook aanwezig, van minimaal drie meter breed.
b.
aansluitend aan de droge strook is een strook aanwezig van minimaal vijf meter diepte met daarin meerjarige houtige beplanting ter wering van wilde watervogels.
1.
De ondernemer zorgt er voor en ziet er op toe dat bij het betreden van het bedrijfserf vanuit het uitloopsysteem gebruik wordt gemaakt van apart schoeisel.
2.
De ondernemer zorgt er voor en ziet er op toe dat voorafgaand aan het betreden van een stal en na het verlaten van het uitloopsysteem de handen worden gewassen.
3.
De ondernemer in de legsector zorgt er voor en ziet er op toe dat indien vervoermiddelen vanwege pluimveegerelateerde activiteit op het bedrijfserf komen de wielen en wielkasten van deze vervoermiddelen worden gereinigd en ontsmet.
4.
De ondernemer zorgt er voor en ziet er op toe dat ten behoeve van het vervoeren en het verpakken van eieren van zijn bedrijf slechts nieuwe pulptrays en kunststof trays, pallets met tussenplaten en containers die gereinigd zijn op het bedrijf aanwezig zijn.
Artikel 5
De afrastering en de inrichtingseisen als bepaald in de
artikelen 2 en
3 moeten uiterlijk vanaf 31 december 2013 zijn gerealiseerd.
1.
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit preventieve hygiënemaatregelen en inrichtingseisen pluimveehouderij (PPE) 2013.
2.
Dit besluit wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en het treedt in werking met ingang van de dag na die van publicatie.