Bij beëindiging of aanvang van de aanstelling in de loop van een kalenderjaar, wordt de aanspraak op vakantie-uren op grond van artikel 33 vastgesteld naar evenredigheid van de tijd dat de ambtenaar van politie in dat kalenderjaar werkzaamheden heeft verricht of zal verrichten.
Voor de ambtenaar van politie voor wie de geldende werktijd korter is dan de gebruikelijke volledige werktijd, wordt het aantal vakantie-uren, genoemd in artikel 33, eerste lid, vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller bestaat uit het aantal uren van de voor hem geldende werktijd, en de noemer uit het aantal uren van de voor zijn functie gebruikelijke volledige werktijd.
Indien in de loop van een kalenderjaar wijziging optreedt in de omvang van de voor de ambtenaar van politie geldende werktijd, wordt het aantal vakantie-uren waarop hij gedurende het resterende deel van dat kalenderjaar aanspraak heeft, opnieuw bepaald door het aantal vakantie-uren voor elk tijdvak van het kalenderjaar waarin de voor hem geldende werktijd gelijk is, afzonderlijk vast te stellen en hiervan de som te berekenen. Het aantal vakantie-uren waarop de ambtenaar van politie gedurende elk tijdvak van het kalenderjaar aanspraak heeft, wordt berekend door het aantal maanden dat dat tijdvak heeft geduurd, te delen door 12 en het quotiënt te vermenigvuldigen met het aantal vakantie-uren waarop hij aanspraak zou hebben, indien het een volledig kalenderjaar betroffen zou hebben.
Het aantal vakantie-uren waarop de ambtenaar van politie na toepassing van dit artikel over een kalenderjaar aanspraak heeft, wordt zo nodig naar boven afgerond op hele uren.
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.