1.
De ambtenaar van politie heeft geen aanspraak op doorbetaling van inkomsten:
a.
indien de ziekte of het ongeval is voorgewend, althans zodanig overdreven is voorgesteld dat verhindering tot dienstverrichting wegens ziekte of ongeval redelijkerwijs niet kan worden aangenomen;
b.
indien de ambtenaar van politie de verhindering tot dienstverrichting wegens ziekte of ongeval opzettelijk heeft veroorzaakt of verergerd, tenzij hem daarvan op grond van zijn psychische toestand redelijkerwijs geen verwijt gemaakt kan worden;
c.
indien de ziekte of het ongeval is veroorzaakt door of het gevolg is van een kwaal of lichaamsgebrek waarover de ambtenaar van politie voor of bij zijn aanstelling opzettelijk heeft gezwegen of waaromtrent hij toen opzettelijk valse inlichtingen heeft verstrekt;
d.
indien hij tijdens de verhindering tot dienstverrichting wegens ziekte of ongeval voor zichzelf of voor derden arbeid verricht, tenzij dit door de geneeskundige, genoemd in
artikel 66, de bezwaarcommissie, genoemd in
artikel 67, de geneeskundige commissie, de geneeskundige in dienst van de overheid dan wel de andere geneeskundige(n), genoemd in
artikel 68, of de herkeuringscommissie, genoemd in
artikel 70, wenselijk wordt geacht in het belang van het genezingsproces.
2.
De betaling van de inkomsten wordt gestopt vanaf de dag waarop en zolang de ambtenaar van politie:
a.
weigert zich te onderwerpen aan een geneeskundig onderzoek vanwege de dienst of, na voor een dergelijk onderzoek te zijn opgeroepen, zonder geldige reden niet verschijnt;
b.
zonder voldoende grond nalaat zich onder geneeskundige behandeling te stellen of te blijven, dan wel zich niet houdt aan de voorschriften hem door zijn behandelend geneeskundige gegeven, uitgezonderd voorschriften inhoudende het verlenen van medewerking aan een ingreep van heelkundige aard;
c.
zich zodanig gedraagt dat zijn genezing wordt belemmerd of vertraagd;
d.
in gebreke blijft op het door de geneeskundige genoemd in
artikel 66, de bezwaarcommissie, genoemd in
artikel 67, de geneeskundige commissie, de geneeskundige in dienst van de overheid dan wel de andere geneeskundige(n), genoemd in
artikel 68, of de herkeuringscommissie, genoemd in
artikel 70, bepaalde tijdstip en in de door hen bepaalde mate zijn dienstverrichting te hervatten, tenzij hij daarvoor een inmiddels opgekomen door evengenoemde geneeskundige(n) of commissie(s) als geldig erkende reden heeft opgegeven.
3.
De betaling van de inkomsten kan bovendien geheel of gedeeltelijk worden gestopt, indien de ambtenaar van politie zich niet houdt aan eventuele door Onze Minister vastgestelde controlevoorschriften.
4.
In de in het eerste lid genoemde gevallen kan Onze Minister op grond van bijzondere omstandigheden bepalen, dat de ingehouden inkomsten geheel of gedeeltelijk wordt uitbetaald aan de betrekkingen van de ambtenaar van politie, genoemd in
artikel 54.