1.
Op de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en de aspirant zijn van hoofdstuk IV van het Rechtspositiebesluit ambtenaren BES uitsluitend de artikelen 25a, 25aa, 25b, 25c, 27, 28, 29, 30 en 36a en de daarop gebaseerde bepalingen van toepassing.
2.
Op de vrijwillige ambtenaar van politie zijn van hoofdstuk IV van het Rechtspositiebesluit ambtenaren BES uitsluitend de artikelen 27, 29 en 30 van toepassing.
3.
De artikelen 14 tot en met 23 van dit besluit zijn niet van toepassing op de vrijwillige ambtenaar van politie.
1.
De bezoldiging en een met die bezoldiging verbonden vergoeding of toelage worden maandelijks of tegen het einde van de kalendermaand waarop de betaling betrekking heeft, betaald door de staat.
2.
Wanneer de bezoldiging en een met die bezoldiging verbonden vergoeding of toelage moet worden uitbetaald over een gedeelte van een kalendermaand, wordt het te betalen bedrag berekend door het voor een maand vastgestelde bedrag te vermenigvuldigen met het aantal dagen gedurende welke de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak en de aspirant, in dienst zijn geweest en het product te delen door dertig.
3.
Van het eerste en tweede lid kan worden afgeweken, indien daartoe naar het oordeel van Onze Minister op grond van bijzondere omstandigheden aanleiding bestaat.
4.
Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak of de aspirant betaalt Onze Minister aan de weduwe of weduwnaar een som uit gelijk aan driemaal het bedrag van de inkomsten per maand, op het tijdstip van het overlijden van betrokkene.
5.
Indien de overleden ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak of de aspirant niet in actieve dienst is, wordt een som uitbetaald gelijk aan driemaal hetgeen hij als inkomsten per maand zou hebben ontvangen, indien hij op de eerste van maand van het overlijden in actieve dienst was geweest.
6.
Indien de overleden ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak of de aspirant geen weduwe of weduwnaar nalaat, geschiedt de uitbetaling ten behoeve van de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen ten aanzien van wie familierechtelijke betrekkingen bestaan. Ontbreken zodanige kinderen, dan geschiedt de uitbetaling ten behoeve van zijn ouders, zusters, broers, meerderjarige wettige of natuurlijke kinderen ten aanzien van wie familierechtelijke betrekkingen bestaan, dan wel stief- of pleegkinderen, indien de overledene in overwegende mate in het levensonderhoud van voornoemde betrekkingen voorzag.
7.
Laat de overleden ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak of de aspirant ook geen betrekkingen na als genoemd in het zesde lid, dan wordt het bedrag aangewend voor de betaling van de kosten van de laatste ziekte en lijkbezorging, voor zover de nalatenschap van de overledene voor de betaling van die kosten ontoereikend is.
1.
Bij de indiensttreding of de overgang naar een andere functie wordt de bezoldigingsschaal bepaald met inachtneming van de aard en het niveau van de functie waarmede de betrokken ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak of de aspirant wordt belast.
2.
Van het eerste lid kan worden afgeweken, indien het niet voldoen aan de opleidingseisen of gebrek aan ervaring met betrekking tot de arbeid die betrokkene in de functie moet verrichten, de verwachting aannemelijk maakt dat zijn wijze van functioneren zich tegen de toepassing van dat artikellid vooralsnog verzet. In dat geval kan de bezoldigingsschaal bepaald worden en gedurende een tijdvak van ten hoogste drie jaren bepaald blijven op ten hoogste twee volgnummers beneden de schaal die met toepassing van het eerste lid in aanmerking zou komen. Indien het functioneren van de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, aan het einde van het genoemde tijdvak de toepassing van het eerste lid nog niet toelaat, wordt hij geplaatst in een functie waarvan de aard en het niveau in overeenstemming is met de schaal volgens welke hij bezoldigd wordt, of wordt hem ontslag aangezegd.
3.
Aard en niveau van de functie worden bepaald aan de hand van functiebeschrijvingen en functieniveau-karakteristieken, welke deel uitmaken van een bij ministeriële regeling vast te stellen functiewaarderingssysteem.
4.
Anders dan bij wijze van disciplinaire straf, bedoeld in hoofdstuk IX, kan zonder voorafgaand ontslag voor een ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, geen bezoldigingsschaal worden vastgesteld die een lagere maximum-bezoldiging bevat dan die welke in de voordien voor hem geldende bezoldigingsschaal aangegeven is.
5.
[Vervallen]
Artikel 17
Indien de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, anders dan bij wijze van disciplinaire straf, bedoeld in hoofdstuk IX, wordt belast met een andere functie, als gevolg waarvan zijn bezoldiging op grond van de overige bepalingen van dit besluit een verlaging zou moeten ondergaan, zonder dat de bekleding met die andere functie bij wijze van waarneming, bedoeld in artikel 22, geschiedt of zonder dat ontslag voorafgegaan is, blijft deze verlaging achterwege.
1.
Het loon van de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak wordt verhoogd tot het bedrag dat behoort bij de naasthogere bezoldigingstrede in de schaal, indien hij naar het oordeel van Onze Minister, dat is neergelegd in een formele beoordeling, bedoeld in artikel 25, zijn functie naar behoren vervult. Deze beoordeling vindt voor iedere ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, niet later dan één jaar na zijn indiensttreding of na zijn overgang naar een andere functie en vervolgens ten minste aan het einde van elk jaar plaats.
2.
Het loon van de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, kan worden verhoogd tot het bedrag dat behoort bij de eerste bezoldigingstrede volgend op de naasthogere bezoldigingstrede in de schaal, indien hij naar het oordeel van Onze Minister, dat is neergelegd in een formele beoordeling, bedoeld in artikel 25, zijn functie zeer goed of uitstekend verricht.
3.
Vervult de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, zijn functie naar het oordeel van Onze Minister niet naar behoren, dan blijft verhoging van het loon achterwege.
4.
De in het eerste en het tweede lid bedoelde verhogingen van het loon worden met ingang van 1 januari van een jaar toegekend, zolang de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, de maximum-bezoldiging van de voor hem geldende bezoldigingsschaal nog niet heeft bereikt, doch voor de eerste maal niet eerder dan nadat sinds zijn aanstelling als ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, ten minste zes maanden zijn verstreken.
Artikel 19
Artikel 18 is van overeenkomstige toepassing op de aspirant, met dien verstande dat aan een verhoging, bedoeld in het eerste of derde lid, geen formele beoordeling als bedoeld in artikel 25, ten grondslag behoeft te liggen.
Artikel 20
De bezoldiging van de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, met een deelbetrekking wordt vastgesteld op een evenredig deel van de bezoldiging bij een volledige betrekking.
Artikel 21
Ingeval de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, bevorderd wordt naar een functie waaraan een bezoldigingsschaal is verbonden die een hogere maximum-bezoldiging bevat dan die welke voorkomt in de schaal volgens welke hij tot dusver is bezoldigd, wordt hem de bezoldigingstrede in de nieuwe schaal toegekend waarvan het bedrag minstens even hoog is als het procentuele verschil tussen twee bezoldigingstreden in de oude schaal.
1.
Indien de taakuitvoering continuïteit in de uitoefening van een functie veronderstelt en geen andere ambtenaar van politie voor de uitvoering van die taak is aangesteld, die deze geheel of gedeeltelijk kan waarnemen, dan wel indien het dienstbelang zulks vordert, wordt de daarvoor in aanmerking komende ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, door Onze Minister met de tijdelijke waarneming van die functie belast, al dan niet met ontheffing uit zijn eigenlijke functie.
2.
De ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, die overeenkomstig het eerste lid is belast met de tijdelijke waarneming van een functie, die in belangrijkheid en verantwoordelijkheid aanmerkelijk uitgaat boven de eigenlijke functie van deze ambtenaar, heeft over de tijd van de waarneming aanspraak op toekenning door Onze Minister van een toelage boven zijn eigen bezoldiging ten bedrage van het verschil tussen de bezoldiging, welke hij zou genieten, ware hij definitief benoemd in de functie die hij waarneemt, en zijn eigen bezoldiging, indien de waarneming:
a. 30 dagen of langer onafgebroken heeft geduurd;
b. in een tijdvak van zes maanden in totaal gedurende 30 dagen of langer heeft geduurd;
c. in een tijdvak van twaalf maanden in totaal 60 dagen of langer heeft geduurd.
3.
Tijdens de waarneming worden de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, de hem in zijn eigenlijke functie toekomende bezoldigingstreden toegekend, onder verrekening van de in het tweede lid bedoelde toelage, terwijl deze toelage opnieuw wordt bepaald, telkens wanneer hij in de functie die hij waarneemt, aanspraak zou hebben verkregen op een verhoging van bezoldiging, ware hij definitief in dat ambt aangesteld.
4.
Indien uit de waarneming, bedoeld in het eerste lid, voor de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, als zodanig direct aanwijsbare en op geld waardeerbare schade voortvloeit, wordt hem de geleden schade door Onze Minister vergoed.
1.
Aan de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak die uit hoofde van zijn functie onvermijdelijk arbeid wordt opgedragen, wordt buiten het voor hem ingevolge artikel 26 vastgesteld dienstrooster op een week- of zaterdag, wordt een vergoeding als bedoeld in de bijlage , onder I, toegekend voor elk door hem op werkdagen gewerkt vol uur.
2.
Aan de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak die uit hoofd van zijn functie onvermijdelijk arbeid wordt opgedragen buiten het voor hem ingevolge artikel 26 vastgestelde dienstrooster op een zon-, feest of roostervrije dag, wordt een vergoeding als bedoeld in de bijlage , onder II, toegekend voor elk door hem gewerk vol uur.
3.
Aan de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak die uit hoofde van zijn functie onvermijdelijk arbeid wordt opgedragen buiten het voor hem ingevolge artikel 26 vastgestelde dienstrooster in verband met buitengewone omstandigheden of calamiteiten, wordt een vergoeding als bedoeld in de bijlage , onder III, toegekend voor elk door hem gewerkt vol uur.
4.
Voor de toepassing van het eerste tot en met derde lid wordt een gewerkte tijd van dertig minuten of meer, doch korter dan een uur, als een vol uur aangemerkt.
5.
Aan de ambtenaar, bedoeld in het eerste, tweede en derde lid, kan op zijn verzoek in plaats van een vergoeding in geld, wanneer het dienstbelang zulks toelaat, een vergoeding in vrije tijd worden toegekend, berekend naar de gemaakte overuren en bepaald op:
a. 150 procent, indien het een dienstuitoefening betreft op weekdagen en zaterdagen, en
b. 200 procent, indien het een dienstuitoefening betreft op zon- roostervrije en feestdagen dan wel in verband met buitengewone omstandigheden of calamiteiten.
6.
Het eerste, tweede en derde lid zijn niet van toepassing op de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, die een functie bekleedt in de rang van inspecteur of hoger.
7.
Aan de ambtenaar aangesteld voor de uitvoering van de politietaak die een functie bekleedt in de rang van inspecteur of hoger en die uit hoofde van zijn functie onvermijdelijke arbeid wordt opgedragen buiten het voor hem ingevolge artikel 26 vastgestelde dienstrooster, wordt een vergoeding in vrije tijd toegekend berekend naar de gemaakte uren en overuren en bepaald op:
a. 100 procent, indien het een dienstuitoefening betreft wegens verschuiving van dienst binnen twee maal 24 uur van de oorspronkelijk voorgeschreven dienst;
b. 150 procent, indien het een dienstuitoefening betreft op week- en zaterdagen, en
c. 200 procent, indien het een dienstuitoefening betreft op roostervrije- zon- en feestdagen of arbeid opgedragen buiten het voor hem ingevolge artikel 26 vastgestelde dienstrooster in verband met buitengewone omstandigheden of calamiteiten.
8.
De vergoeding in vrije tijd als bedoeld in het zevende lid wordt genoten in dezelfde kalendermaand waarin de arbeid werd opgedragen dan wel in de daarop volgende kalendermaand.
9.
Indien geen vrije tijd als bedoeld in het zevende lid kan worden toegekend, ontvangt de ambtenaar een vergoeding overeenkomende met zijn uurloon voor arbeid opgedragen ingevolge het dienstrooster.
10.
Het eerste tot en met derde lid is van overeenkomstige toepassing op de aspirant.
Artikel 23b
De vrijwillige ambtenaar in opleiding en de vrijwillige ambtenaar aangesteld voor de uitoefening van de politietaak die in opdracht van Onze Minister een voor zijn functie relevante cursus volgt dan wel deelneemt aan een oefening of in opdracht van Onze Minister werkelijke dienst verricht, ontvangen een bij ministeriële regeling vastgestelde vergoeding.
Artikel 23d
Artikel 9a van het Bezoldigingsbesluit 1998 BES is van overeenkomstige toepassing op de ambtenaar van politie, met uitzondering van de vrijwillige ambtenaar van politie.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk I. Algemeen
- Hoofdstuk II. Aanstelling, beoordeling en bezoldiging
+ Hoofdstuk III. Arbeids- en rusttijden
+ Hoofdstuk IV. Vakantie
+ Hoofdstuk V. Vrijstelling van dienst
+ Hoofdstuk VI. Buitengewoon verlof
+ Hoofdstuk VII. Voorzieningen in verband met ziekte, ongeval, zwangerschap en bevalling
+ Hoofdstuk VIIa. Taken vrijwillige ambtenaren aangesteld voor de uitvoering van de politietaak
+ Hoofdstuk VIIb. Geweldsbeheersing, aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden
+ Hoofdstuk VIII. Overige rechten en verplichtingen van de ambtenaar van politie
+ Hoofdstuk IX. Disciplinaire straffen
+ Hoofdstuk X. Schorsing en ontslag.
+ Hoofdstuk XI. Bezwaar
+ Hoofdstuk XII. Overgangs- en slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht