Artikel 31a
In afwijking van artikel 1, onder c, wordt in deze paragraaf onder ambtenaar van politie verstaan: ambtenaar van politie, met uitzondering van de aspirant en de vrijwillige ambtenaar van politie.
1.
Aan de ambtenaar van politie wordt, al dan niet op zijn verzoek, in elk kalenderjaar door Onze Minister vakantie met behoud van bezoldiging verleend met inachtneming van deze paragraaf.
2.
Indien naar het oordeel van Onze Minister voor de ambtenaar van politie geldige redenen van verhindering bestaan, wordt de vakantie niet ongevraagd verleend.
3.
Vakantie kan wegens dringende redenen van dienstbelang geheel of gedeeltelijk door Onze Minister worden geweigerd of ingetrokken.
1.
De ambtenaar van politie heeft per kalenderjaar aanspraak op 184 vakantie-uren.
2.
Aan de ambtenaar van politie die ingevolge het voor hem geldende dienstrooster avond- en/of nachtdienst en dienst op zon- en feestdagen moet verrichten, heeft per kalenderjaar aanspraak op 24 extra vakantie-uren.
3.
Bij de ambtenaar van politie die in onregelmatige ploegendienst werkzaam is, en de ambtenaar van politie, bedoeld in het tweede lid, worden voor elk tijdvak van een week waarin zij vakantie genieten, evenveel vakantie-uren op het hen jaarlijks toekomend aantal vakantie-uren in mindering gebracht als bij de ambtenaar van politie voor wie de werkweek uit vijf werkdagen bestaat.
4.
De ambtenaar van politie die onmiddellijk voorafgaand aan zijn aanstelling als ambtenaar van politie in dienst van de staat of het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba werkzaam was, anders dan als ambtenaar behorende tot het onderwijzend personeel of als personeelslid van het gesubsidieerde onderwijs, of die op dat moment bij een publiekrechtelijke instelling dan wel bij een door de staat of het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba in het leven geroepen privaatrechtelijke rechtspersoon werkzaam was, behoudt bij zijn aanstelling aanspraak op de door hem niet-genoten vakantieuren waarop hij tot en met december van het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarin zijn aanstelling plaatsvindt, aanspraak had overeenkomstig de voorafgaand aan de aanstelling voor hem geldende voorschriften.
1.
Bij beëindiging of aanvang van de aanstelling in de loop van een kalenderjaar, wordt de aanspraak op vakantie-uren op grond van artikel 33 vastgesteld naar evenredigheid van de tijd dat de ambtenaar van politie in dat kalenderjaar werkzaamheden heeft verricht of zal verrichten.
2.
Voor de ambtenaar van politie voor wie de geldende werktijd korter is dan de gebruikelijke volledige werktijd, wordt het aantal vakantie-uren, genoemd in artikel 33, eerste lid, vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller bestaat uit het aantal uren van de voor hem geldende werktijd, en de noemer uit het aantal uren van de voor zijn functie gebruikelijke volledige werktijd.
3.
Indien in de loop van een kalenderjaar wijziging optreedt in de omvang van de voor de ambtenaar van politie geldende werktijd, wordt het aantal vakantie-uren waarop hij gedurende het resterende deel van dat kalenderjaar aanspraak heeft, opnieuw bepaald door het aantal vakantie-uren voor elk tijdvak van het kalenderjaar waarin de voor hem geldende werktijd gelijk is, afzonderlijk vast te stellen en hiervan de som te berekenen. Het aantal vakantie-uren waarop de ambtenaar van politie gedurende elk tijdvak van het kalenderjaar aanspraak heeft, wordt berekend door het aantal maanden dat dat tijdvak heeft geduurd, te delen door 12 en het quotiënt te vermenigvuldigen met het aantal vakantie-uren waarop hij aanspraak zou hebben, indien het een volledig kalenderjaar betroffen zou hebben.
4.
Het aantal vakantie-uren waarop de ambtenaar van politie na toepassing van dit artikel over een kalenderjaar aanspraak heeft, wordt zo nodig naar boven afgerond op hele uren.
1.
Over kalendermaanden gedurende welke de ambtenaar van politie in het geheel geen werkzaamheden verricht, met uitzondering van de eerste kalendermaand, heeft hij geen aanspraak op vakantie-uren.
2.
Over kalendermaanden gedurende welke de ambtenaar van politie gedeeltelijk werkzaamheden verricht, heeft hij aanspraak op vakantie-uren naar evenredigheid van het gedeelte van de kalendermaand dat hij werkzaamheden verricht.
3.
Vermindering, bedoeld in het eerste en tweede lid, vindt niet plaats bij:
a. verleende vakantie-uren;
b. niet aan schuld of nalatigheid van de ambtenaar van politie te wijten ziekte of ongeval, voor zover de verhindering tot dienstverrichting korter duurt dan 26 weken dan wel 52 weken in geval van verhindering tot dienstverrichting wegens een dienstongeval;
c. zwangerschaps- en bevallingsverlof, bedoeld in artikel 72;
d. verblijf in militaire dienst wegens herhalingsoefening;
e. vrijstelling op grond van artikel 45;
f. buitengewoon verlof van korte duur op grond van de artikelen 48, 50, 51, 52 of 53;
g. andere redenen op grond waarvan Onze Minister daartoe redenen aanwezig acht.
4.
Het aantal vakantie-uren waarop de ambtenaar van politie na toepassing van dit artikel over een kalenderjaar aanspraak heeft, wordt zo nodig naar boven afgerond op hele uren.
1.
Gedurende de eerste zes maanden na de datum van aanstelling heeft de ambtenaar van politie aanspraak op vakantie-uren naar rato van 1/12 gedeelte van het conform de artikelen 33 en 34 berekende aantal vakantie-uren voor iedere volle kalendermaand dat hij zijn functie heeft uitgeoefend, tenzij hij onmiddellijk voorafgaand aan de aanstelling, een onderbreking van veertien dagen of minder buiten beschouwing gelaten, reeds ten minste zes maanden onafgebroken in dienst van de staat of het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba.
2.
Het aantal vakantie-uren waarop de ambtenaar van politie na toepassing van dit artikel over een kalenderjaar aanspraak heeft, wordt zo nodig naar beneden afgerond op hele uren.
1.
Over de tijdstippen waarop de vakantie-uren worden genoten, alsmede over de wijze waarop en de mate waarin deze gesplitst opgenomen kunnen worden, wordt door Onze Minister beslist met inachtneming van dit artikel.
2.
Bij het nemen van de beslissing wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen van de ambtenaar van politie.
3.
Indien de ambtenaar van politie daarom vraagt en de dienst dat toelaat, kan in een kalenderjaar maximaal de helft van het aantal vakantie-uren waarop hij per kalenderjaar aanspraak heeft, gesplitst worden verleend.
4.
Door Onze Minister kan een, zonodig per politiedienstonderdeel verschillend, minimum aantal aaneengesloten vakantie-uren worden vastgesteld dat op een zelfde dag als vakantie-uren toe gekend kan worden. Dit aantal kan niet hoger worden gesteld dan het voor de ambtenaar van politie volgens de voor hem geldende werktijd op een dag vastgestelde aantal werkuren.
1.
Indien de ambtenaar van politie tijdens een verleende vakantie blijkens een geneeskundige verklaring gedurende een of meer werkuren arbeidsongeschikt is geweest, wordt het aantal vakantie-uren dat overeenkomt met het aantal werkuren gedurende welke hij arbeidsongeschikt is geweest, beschouwd niet als vakantie te zijn genoten, en wordt hem vrijstelling, bedoeld in artikel 44, eerste lid, onder b, verleend.
2.
De niet-genoten vakantie-uren, bedoeld in het eerste lid, worden opnieuw verleend met in achtneming van deze paragraaf.
1.
Indien de ambtenaar van politie in een kalenderjaar de vakantie niet of niet geheel is verleend, worden hem de niet-genoten vakantie-uren in het volgende kalenderjaar aaneengesloten verleend. De vakantie-uren van het voorgaande jaar en de vakantie-uren van het lopende jaar worden aaneengesloten genoten tenzij de ambtenaar van politie te kennen geeft laatstbedoelde vakantie-uren in het daarop volgende kalenderjaar te willen opnemen. Vakantie-uren over meer dan twee kalenderjaren kunnen niet aaneengesloten worden verleend. Artikel 37, derde en vierde lid, is onverkort van toepassing.
2.
Behoudens in het in het derde lid genoemde geval, verliest de ambtenaar van politie zijn aanspraak op de door hem niet-genoten vakantie-uren die betrekking hebben op het kalenderjaar voorafgaand aan het afgelopen kalenderjaar.
3.
Indien de toestemming tot het opnemen van vakantie-uren geheel of gedeeltelijk is geweigerd of ingetrokken, behoudt de ambtenaar van politie zijn aanspraak op de niet-genoten vakantie-uren. Weigering of intrekking van de toestemming tot het opnemen van vakantie-uren kan tot maximaal 12 maanden uitstel daarvan leiden.
4.
Behalve in het geval dat de aanstelling wegens ontslag eindigt, kan de ambtenaar van politie in een kalenderjaar nooit meer vakantie worden verleend dan tweemaal het hem ingevolge artikel 33 toekomende aantal vakantie-uren.
5.
In geval van intrekking van de toestemming tot het opnemen van vakantie-uren worden de vakantie-uren op een dag waarop de ambtenaar van politie deze uren als gevolg van de intrekking slechts gedeeltelijk heeft genoten, niet als vakantie-uren aangemerkt.
6.
Indien de ambtenaar van politie als gevolg van een intrekking geldelijke schade lijdt, wordt die schade hem vergoed ten laste van de staat.
1.
Indien de ambtenaar van politie in een kalenderjaar meer vakantie-uren heeft genoten dan hem ingevolge deze paragraaf toekomen, wordt het meerdere verrekend met de hem over één of meer volgende kalenderjaren toekomende vakantie-uren, met dien verstande dat in een kalenderjaar de vakantie-uren verminderd mogen worden met maximaal een derde gedeelte van het aantal vakantie-uren, waarop de ambtenaar van politie ingevolge artikel 33 aanspraak heeft.
2.
Het aantal vakantie-uren waarop de ambtenaar van politie na toepassing van dit artikel over een kalenderjaar aanspraak heeft, wordt zo nodig naar boven afgerond op hele uren.
1.
Indien de ambtenaar van politie bij zijn overlijden nog aanspraak had op vakantie-uren wordt aan zijn weduwe of weduwnaar zo spoedig mogelijk door Onze Minister een bedrag uitbetaald gelijk aan het bedrag aan bezoldiging dat hem zou zijn uitgekeerd gedurende de vakantie-uren, indien deze zouden zijn genoten. Bij de vaststelling van het aantal uren vindt artikel 35 geen toepassing.
2.
Indien de overleden ambtenaar van politie geen weduwe of weduwnaar nalaat, geschiedt de uitbetaling ten behoeve van de minderjarige wettige of natuurlijke kinderen ten aanzien van wie familierechtelijke betrekkingen bestaan. Ontbreken zodanige kinderen dan geschiedt de uitbetaling ten behoeve van zijn ouders, zusters, broers, meerderjarige wettige of natuurlijke kinderen ten aanzien van wie familierechtelijke betrekkingen bestaan, dan wel stief- of pleegkinderen, indien de overledene in overwegende mate in het levensonderhoud van voornoemde betrekkingen voorzag.
3.
Laat de overleden ambtenaar van politie ook geen betrekkingen na als genoemd in het tweede lid, dan wordt het bedrag aangewend voor de betaling van de kosten van de laatste ziekte en lijkbezorging, voor zover de nalatenschap van de overledene voor de betaling van die kosten ontoereikend is.
1.
Aanspraken op nietgenoten vakantie-uren vervallen op de datum van ingang van ontslag van de ambtenaar van politie. Indien de ambtenaar van politie uiterlijk veertien dagen daarna weer in dienst treedt, kan hij alsnog aanspraak maken op de niet-genoten vakantie-uren van het lopende kalenderjaar.
2.
Indien op de dag van ontslag blijkt, dat de ambtenaar van politie teveel vakantie-uren heeft genoten, is hij voor ieder te veel genoten vakantie-uur schuldig een bedrag gelijk aan de bezoldiging die hij genoot per werkuur onmiddellijk voorafgaand aan het ontslag.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk I. Algemeen
+ Hoofdstuk II. Aanstelling, beoordeling en bezoldiging
+ Hoofdstuk III. Arbeids- en rusttijden
- Hoofdstuk IV. Vakantie
+ Hoofdstuk V. Vrijstelling van dienst
+ Hoofdstuk VI. Buitengewoon verlof
+ Hoofdstuk VII. Voorzieningen in verband met ziekte, ongeval, zwangerschap en bevalling
+ Hoofdstuk VIIa. Taken vrijwillige ambtenaren aangesteld voor de uitvoering van de politietaak
+ Hoofdstuk VIIb. Geweldsbeheersing, aanhoudings- en zelfverdedigingsvaardigheden
+ Hoofdstuk VIII. Overige rechten en verplichtingen van de ambtenaar van politie
+ Hoofdstuk IX. Disciplinaire straffen
+ Hoofdstuk X. Schorsing en ontslag.
+ Hoofdstuk XI. Bezwaar
+ Hoofdstuk XII. Overgangs- en slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht