Besluit van 5 juli 2001, houdende regels over de tegemoetkoming in onderwijsbijdrage en schoolkosten (Besluit tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 2 mei 2001, nr. WJZ/2001/15 896 (1713), directie Wetgeving en Juridische Zaken;
Gelet op de artikelen 2.2, eerste lid, 9.5, 9.6 en 11.1, eerste lid, van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten;
De Raad van State gehoord (advies van 22 juni 2001, nr. W05.01.0211/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen van 3 juli 2001, nr. WJZ/2001/27402 (1713), directie Wetgeving en Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel 1. Begripsbepaling
In dit besluit wordt verstaan onder wet: Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten .
hoofdstuk 3 van de wet van Besluit tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten">
Artikel 2. Nationaliteit voor hoofdstuk 3 van de wet
De vreemdeling die tegemoetkoming op grond van hoofdstuk 3 van de wet aanvraagt, wordt met een Nederlander gelijkgesteld indien die vreemdeling rechtmatig in Nederland verblijf heeft:
a. op grond van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 van de Vreemdelingenwet 2000,
b. op grond van een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd als bedoeld in artikel 20 van die wet,
c. op grond van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 28 van die wet,
d. op grond van een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 8, onder d, van die wet, of
e. bedoeld in artikel 8, onderdelen g of h, van die wet, voor zover er aan hem of ten behoeve van hem reeds tegemoetkoming is verstrekt.
hoofdstukken 4 en 5 van de wet van Besluit tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten">
Artikel 3. Nationaliteit voor hoofdstukken 4 en 5 van de wet
1.
Artikel 2 is van overeenkomstige toepassing op de vreemdeling die tegemoetkoming op grond van de hoofdstukken 4 of 5 van de wet aanvraagt, met dien verstande dat de verblijfsvergunning, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, verleend is onder de beperking:
a. verband houdend met verblijf als familie- of gezinslid van een Nederlander of van een vreemdeling als bedoeld in artikel 2, onderdelen a, b, c of d, of hiermee verband houdende niet-tijdelijke humanitaire gronden,
b. verband houdend met tijdelijke humanitaire gronden of hiermee verband houdende niet-tijdelijke humanitaire gronden,
c. verblijf op grond van een andere beperking dan genoemd in artikel 3.4, eerste lid, Vreemdelingenbesluit 2000, als bedoeld in artikel 3.4, derde lid, Vreemdelingenbesluit 2000 of hiermee verband houdende niet-tijdelijke humanitaire gronden, of
d. verband houdende met afwikkeling nalatenschap oude Vreemdelingenwet als bedoeld in artikel 3.17a, onderdeel b, van het Voorschrift Vreemdelingen 2000 of hiermee verband houdende niet-tijdelijke humanitaire gronden.
2.
Met een Nederlander wordt mede gelijkgesteld de vreemdeling die in Nederland verblijft en die aanspraak maakt op tegemoetkoming ingevolge:
a. hoofdstuk 4 van de wet en ten behoeve van wie of aan wie een tegemoetkoming is verstrekt op grond van hoofdstuk 3 van de wet,
b. hoofdstuk 5 van de wet en ten behoeve van wie of aan wie een tegemoetkoming is verstrekt op grond van hoofdstuk 3 of  4 van de wet of aan wie studiefinanciering is verstrekt ingevolge de Wet studiefinanciering 2000 , of
c. hoofdstuk 5 van de wet en houder is van een verblijfsvergunning, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, die verleend is onder de beperking verrichten van arbeid.
hoofdstuk 4 van de wet: gedeeltelijke gelijksteling van Besluit tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten">
Artikel 3a. Nationaliteit voor hoofdstuk 4 van de wet: gedeeltelijke gelijksteling
1.
Voor personen met de nationaliteit van een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, dan wel van Zwitserland, en hun familieleden, anders dan
a. werknemers,
b. zelfstandigen, of
c. personen die de status van werknemer of zelfstandige hebben behouden, en
d. familieleden van de personen bedoeld in onderdeel a tot en met c,
die niet het duurzaam verblijfsrecht, bedoeld in artikel 16 van richtlijn 2004/38/EG, hebben verworven, betreft de gelijkstelling, op grond van artikel 2.2, derde lid, van de wet, een tegemoetkoming in de kosten van de toegang tot het onderwijs.
2.
De tegemoetkoming op grond van het eerste lid wordt verstrekt in de vorm van een gift en bestaat uit het bedrag genoemd in artikel 4.6, eerste lid, en voorzover het een leerling betreft als bedoeld in artikel 4.2, tweede lid, een bedrag ter grootte van eentwaalfde deel van het bedrag, bedoeld in artikel 5, tweede lid van de Les- en cursusgeldwet. Onze Minister verrekent het laatstgenoemde bedrag met de verschuldigde onderwijsbijdrage. Voorzover blijkt dat de onderwijsbijdrage reeds aan Onze Minister is betaald, wordt het bedrag door Onze Minister terugbetaald binnen 6 weken na het besluit, bedoeld in artikel 4.8, tweede lid, van de wet.
3.
In afwijking van artikel 4.10, tweede lid, van de wet, kan een aanvraag op grond van artikel 2.2, derde lid, van de wet, betrekking hebben op een periode die uiterlijk aanvangt op de eerste dag van de vierde maand voorafgaand aan de maand waarin de aanvraag wordt ingediend.
4.
De tegemoetkoming wordt toegekend in één bedrag per schooljaar. Indien de aanspraak gedurende een schooljaar ontstaat bestaat de aanspraak uit ééntwaalfde van het bedrag per schooljaar maal het aantal resterende maanden van dat schooljaar.
1.
Onze Minister past de bedragen, genoemd in de artikelen 2.23, tweede lid, en 10.5, tweede lid, van de wet, per 1 januari van ieder kalenderjaar aan met de procentuele wijziging die het indexcijfer van de CAO-lonen in het tweede daaraan voorafgaande kalenderjaar heeft ondergaan.
2.
Onze Minister past de bedragen, genoemd in de artikelen 3.5, 4.3, 4.6, 5.4, 5.10 en 10.7, derde lid, van de wet per 1 januari van ieder kalenderjaar aan met de procentuele wijziging die de consumentenprijsindex over het tweede daaraan voorafgaande kalenderjaar heeft ondergaan.
3.
Bij ministeriële regeling wordt bepaald wat onder de consumentenprijsindex en het indexcijfer van de CAO-lonen wordt verstaan.
artikelen 2 en 3 van Besluit tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten">
Artikel 6. Overgangsbepaling artikelen 2 en 3
Degenen die op 31 juli 2001 op grond van het Besluit tegemoetkoming studiekosten rechtmatig tegemoetkoming ontvingen, voldoen aan de nationaliteitseis, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de wet.
artikel 5 van Besluit tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten">
Artikel 6a. Tijdelijke afwijking artikel 5
Artikel 5, tweede lid, is niet van toepassing in de kalenderjaren 2011 en 2012.
Artikel 7. Besluit geneeskundige verzorging politie 1994
[Wijzigt het Besluit geneeskundige verzorging politie 1994.]
Artikel 8. Besluit studiefinanciering 2000
[Wijzigt het Besluit studiefinanciering 2000.]
Artikel 9. Bijdragebesluit Zorg
[Wijzigt het Bijdragebesluit Zorg.]
Artikel 10. Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000
[Wijzigt het Uitvoeringsbesluit Les- en cursusgeldwet 2000.]
Artikel 11. Uitvoeringsbesluit WEB
[Wijzigt het Uitvoeringsbesluit WEB.]
Artikel 12. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 2001.
Artikel 13. Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
's-Gravenhage, 5 juli 2001
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen,
Uitgegeven de negentiende juli 2001
De Minister van Justitie,
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Algemeen
+ Hoofdstuk 2. Overgangsrecht
+ Hoofdstuk 3. Wijzigingen in andere besluiten
+ Hoofdstuk 4. Slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht
Jurisprudentie
Voorbeelden van het gebruik van deze artikel(en) in rechterlijke uitspraken