1.
De bewapening van de ambtenaar die behoort tot een aanhoudings- en ondersteuningseenheid, bestaat mede uit:
a.
rook- en lawaaigranaten van een door de Minister goedgekeurd merk en type;
b.
een elektrische wapenstok van een door de Minister goedgekeurd merk en type;
c.
de traangasgranaatwerper, merk Heckler en Koch, type MZP-1 A1, kaliber 40mm, en CS-traangasgranaten van een door de Minister goedgekeurd merk en type;
d.
het semi-automatisch vuurwapen, merk Heckler en Koch, type MP5A2, kaliber 9 millimeter maal 19 millimeter;
e.
het automatisch vuurwapen, merk Heckler en Koch, type MP5A3 en type MP5K, kaliber 9 millimeter maal 19 millimeter;
f.
het semi-automatisch pistool, merk Glock, type 17, derde generatie, kaliber 9 millimeter maal 19 millimeter;
g.
het repeteervuurwapen, merk Mossberg, type 590 A1, kaliber 12 (kamerlengte 76 millimeter);
h.
een stroomstootwapen, merk Taser, type X26.