Bijkomend Verdrag aan het Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens inzake een vrijstelling voor het gecombineerd vervoer
De Regeringen van het Koninkrijk België,
het Koninkrijk Denemarken,
de Bondsrepubliek Duitsland,
het Groothertogdom Luxemburg,
het Koninkrijk der Nederlanden en
het Koninkrijk Zweden
– geleid door de wens de mogelijkheid te scheppen om motorvoertuigen die voor gecombineerd vervoer worden gebruikt vrij te stellen van de verplichting tot het betalen van het gebruiksrecht ingevolge artikel 3 van het Verdrag op het grondgebied van die Verdragsluitende Partijen die zulks wensen
en
– gelet op de toetreding van de Regering van het Koninkrijk Zweden tot bovengenoemd Verdrag
zijn het volgende overeengekomen:
1.
Onverminderd de overige bepalingen van het
Verdrag van 9 februari 1994 kan elke Verdragsluitende Partij voor haar eigen grondgebied motorvoertuigen die worden gebruikt voor gecombineerd vervoer van goederen in de zin van Richtlijn 92/106/EEG van de Raad van 7 december 1992 geheel of gedeeltelijk vrijstellen van de verplichting tot het betalen van het gebruiksrecht ingevolge
artikel 3 van het Verdrag van 9 februari 1994 of reeds betaalde heffingen terugbetalen. In dit verband dient iedere vorm van discriminatie op grond van nationaliteit te worden uitgesloten.
2.
Indien een Verdragsluitende Partij gebruik maakt van de in het eerste lid genoemde mogelijkheid, stelt zij de andere Verdragsluitende Partijen in het kader van de Coördinatiecommissie (
artikel 14 van het Verdrag) in kennis van de vorm en inhoud van de procedure die voor de vrijstelling of terugbetaling zal worden gebruikt.
1.
Dit Aanvullend Protocol
1) treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin alle Verdragsluitende Partijen de Commissie van de Europese Gemeenschappen langs diplomatieke weg schriftelijk hebben meegedeeld dat aan de binnen hun staten geldende vereisten voor een dergelijke inwerkingtreding is voldaan.
2.
De Depositaris doet de Regeringen van alle Verdragsluitende Partijen de in het eerste lid bedoelde mededelingen toekomen en deelt hun de datum van de inwerkingtreding van dit Aanvullend Protocol
1)[2] mee.
3.
Dit Aanvullend Protocol
1)[3] vormt een integrerend bestanddeel van het
Verdrag van 9 februari 1994 inzake de heffing van rechten voor het gebruik van bepaalde wegen door zware vrachtwagens .