III. Dekkingsgebied van de garantie
In voorwaarde B.2.a van MG 2005-04 is vermeld dat de garantie die de woningcorporatie afgeeft slechts betrekking mag hebben op de rente- en aflossingsverplichtingen die uit een door betrokken buitenlandse instelling aangetrokken lening voortvloeien. In deze formulering zouden andere kosten die samenhangen met het uitwinnen van zekerheden of het binnenhalen van opbrengsten uit buitenlands vastgoed in geval van veilingen zoals incasso-, advocaatkosten en kosten van forensisch onderzoek, niet kunnen worden betrokken. Dit is een onbedoeld effect van de betreffende formulering. Dit leidt tot de volgende adstructie op voorwaarde B.2.a:
de garantie mag slechts betrekking hebben op de rente- en aflossingsverplichtingen die uit een door betrokken buitenlandse instelling aangetrokken lening voortvloeien alsmede op direct met een veiling van buitenlands bezit of met het uitwinnen van zekerheden samenhangende kosten zoals incasso-, advocaatkosten en kosten van forensisch onderzoek.
Deze aanvullende kosten dienen uiteraard te passen binnen de overige voorwaarden van MG 2005-04 d.w.z. dat de totale omvang van de steunverlening, dus van schenkingen en garanties tezamen, in enig jaar maximaal 0,3 promille van het balanstotaal – op basis van de bedrijfswaarde – van een woningcorporatie mag bedragen.
In het verlengde hiervan wijs ik u er op er bij het afsluiten van contracten met (intermediaire) financiers voor zorg te dragen dat de garantie, ook in geval van directe opeisbaarheid van de lening, in enig jaar beperkt blijft tot maximaal 0,3 promille van het balanstotaal van een woningcorporatie. In voorwaarde B.2.a van MG 2005-04 is immers vermeld dat betalingsverplichtingen wegens vervroegde opeisbaarheid van de lening niet onder de garantie mogen vallen, zodat overschrijding van het garantiebedrag om deze reden niet kan voorkomen. Aflossing ineens is dan niet aan de orde, tenzij de hoogte van het bedrag past binnen 0,3 promille van het balanstotaal.
Tevens wijs ik u er op in overeenkomsten met (intermediaire) financiers op te nemen dat betalingsverplichtingen die het gevolg zijn van tegenvallende verkoopopbrengsten na veiling van buitenlands bezit, zodanig in de tijd worden gespreid dat de jaarlijkse financiële bijdrage van de garantstellende woningcorporatie niet het maximum van 0,3 promille van het balanstotaal zal overschrijden.
Inhoudsopgave
I. Inleiding
II. Totale omvang van de financiële steunverlening
III. Dekkingsgebied van de garantie
IV. Veilen van buitenlands project in relatie tot aanspreken van garantie
V. Inwerkingtreding
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht