Circulaire Effecten wijziging Wet Kinderopvang per 1 januari 2007
Inleiding
Met deze circulaire informeer ik u over de effecten die de aanstaande, van het wetsvoorstel Belastingplan 2007 deel uitmakende, wijziging van de
Wet kinderopvang heeft op werkgevers en werknemers van het Rijk, opdat rekening gehouden kan worden met aanpassingen van de administratieve processen met betrekking tot de uitvoering van de genoemde
wet .
De wijziging van de
Wet kinderopvang heeft een beoogde ingangsdatum van 1 januari 2007. Deze datum is onder voorbehoud en afhankelijk van aanvaarding van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer, dat op 12 december 2006 wordt verwacht.
1.
De
Regeling werkgeversbijdrage kinderopvang rijkspersoneel en de (onderdelen van) circulaires over
deze regeling dienen met ingang van 1 januari 2007 te worden ingetrokken. Met dien verstande dat de
Regeling tot en met 10 februari 2007 wordt aangehouden omdat ambtenaren nog tot deze datum hun verzoeken voor de definitieve tegemoetkoming 2006 kunnen indienen. Nieuwe aanvragen op basis van de bovengenoemde
regeling of de (onderdelen van) circulaires voor het jaar 2007 kunnen daardoor niet in behandeling worden genomen.
2.
Omdat uitgezonden ambtenaren niet in aanmerking komen voor een toeslag op grond van de
Wet kinderopvang zal er, zonodig met terugwerkende kracht tot 1 januari 2007, een nieuwe regeling voor uitgezonden ambtenaren worden opgesteld.
3.
De
IKAP-regeling wordt aangepast, omdat een belastingvrije vergoeding voor kinderopvang (in de praktijk feitelijk al vanaf 2005) geen belastingvrije bestemmingsmogelijkheid meer is.
4.
De fiscale mogelijkheid om spaarloon te deblokkeren ten behoeve van de financiering van kinderopvang blijft gehandhaafd. De verwijzing in de spaarloonregeling naar de
Wet op de loonbelasting dient hiervoor tekstueel aangepast te worden.
5.
De in Nederland werkzame ambtenaar zal zich in het vervolg uitsluitend tot de Belastingdienst moeten richten om een bijdrage in de kosten van kinderopvang te kunnen ontvangen.
6.
De ministeries betalen een opslag van (naar verwachting) 0,28% op het (maximum) premieloon voor de werknemersverzekeringen. De werkgeversbijdrage van overheidswerkgevers wordt door de Belastingdienst geïnd, door genoemde opslag toe te passen op de UFO-premie.
7.
In overleg met het ministerie van Financiën wordt onderzocht welk financieel beslag de werkgeversvergoeding voor kinderopvang aan naar het buitenland uitgezonden ambtenaren legt en hoe daarmee moet worden omgegaan.
Hieronder worden de bedrijfsvoeringaspecten vermeld, waarop de volgende acties ondernomen moeten worden.
–
Het stopzetten van de werkgeversbijdrage aan werknemers per 1 januari 2007. Dit kan pas gerealiseerd worden na aanvaarding van het wetsvoorstel door de Eerste Kamer. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de uitgezonden ambtenaren, omdat deze niet onder de reikwijdte van de
Wet kinderopvang vallen.
–
Tijdig informeren van werknemers over de stopzetting van de werkgeversbijdrage, op welke wijze zij met ingang van 1 januari 2007 een toeslag zullen ontvangen, waar zij zich moeten melden, etc. Daarvoor is in
bijlage 2 een format opgenomen.
–
Contracten met intermediairs en bemiddelingsbureaus kunnen per 1 januari 2007 worden beëindigd, omdat er naar verwachting geen of slechts een beperkte behoefte aan (financiële) bemiddeling zal zijn.
Algemene effecten
Onderstaand treft u andere effecten aan die door de wijziging van de
Wet kinderopvang plaatsvinden. Dit gedeelte is meer van algemene aard omdat deze wijziging een doorwerking kan hebben in de privé situatie van de ambtenaar.
Deze effecten kunnen zowel op overheids- als op niet-overheidswerkgevers van toepassing zijn.
–
Het belangrijkste effect van deze wijziging is dat er zowel voor de werkgevers als voor de werknemers slechts 1 loket ontstaat voor vergoeding van de kosten van kinderopvang. Dit loket wordt de Belastingdienst/Toeslagen. Deze wijziging vermindert de administratieve lasten.
–
Het financiële verkeer tussen werkgever en werknemer komt te vervallen. Daarvoor in de plaats betaalt de werkgever een heffing, die de vorm krijgt van een opslag op de sectorpremies over het (maximum) premieloon voor de werknemersverzekeringen. De premie zal naar verwachting 0,28% bedragen. De premie wordt geïnd door de Belastingdienst.
–
Het onderscheid tussen werknemer en zelfstandige verdwijnt, doordat iedereen die een inkomen uit tegenwoordige arbeid heeft, een kinderopvangtoeslag kan ontvangen.
–
De Belastingdienst/Toeslagen betaalt de nieuwe kinderopvangtoeslag uit als een extra toeslag op de bestaande (inkomensafhankelijke) toeslag. Deze extra toeslag bedraagt voor aanvragers met een werkende partner 1/3 van de kosten van kinderopvang. Voor aanvragers zonder partner is de toeslag 1/6 van de kosten, aangevuld met de toeslag voor alleenstaande ouders tot 1/3 van de kosten.
–
Voor werkgevers vervallen alle administratieve handelingen
1 voor de verstrekking van de huidige werkgeversbijdrage.
–
Voor werknemers vervallen alle administratieve handelingen voor het verkrijgen van een bijdrage van de werkgever.
–
Er wordt een toename in gebruik van kinderopvang verwacht, omdat kinderopvang vooral voor ouders die geen of een onvolledige werkgeversbijdrage ontvangen goedkoper wordt.
–
De inkomensgrens waarop, voor het inkomensafhankelijke deel van de toeslag, bijgedragen wordt in de kosten voor het eerste kind, wordt verhoogd van € 96.542,00 naar € 130.097,00.
–
Het artikel in de
wet op de loonbelasting , waarin vergoedingen van kosten van kinderopvang als vrije vergoeding werden aangemerkt komt te vervallen. Vergoedingen van de werkgever zijn dus vanaf 1 januari 2007 belast.
directeur-generaal Management Openbare Sector