1.
Tot zes maanden na het tijdstip waarop artikel I, onderdeel A, van deze wet in werking is getreden is artikel 19 van de Wet personenvervoer 2000 niet van toepassing op openbaar vervoer per trein dat gedurende die periode wordt verricht ter uitvoering van een voor dat tijdstip tot stand gekomen openbare-dienstcontract als bedoeld in artikel 14 van verordening (EEG) nr. 1191/69 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1969 betreffende het optreden van de lidstaten ten aanzien van met het begrip openbare dienst verbonden verplichtingen op het gebied van het vervoer per spoor, over de weg en over de binnenwateren (PbEG L 156).
2.
Tot zes maanden na het tijdstip waarop artikel I, onderdeel A, van deze wet in werking is getreden is artikel 60a van de Wet personenvervoer 2000 niet van toepassing op concessies voor openbaar vervoer per trein dat voordien werd verricht ter uitvoering van een openbare-dienstcontract als bedoeld in het eerste lid.
Inhoudsopgave
Artikel I. Aanvulling van de Wet personenvervoer 2000
Artikel II. Overgangsbepaling bestaande openbare-dienstcontracten
Artikel III. Overgangsbepaling niet-vervoersgerelateerde activiteiten concessiehouder
Artikel IV. Wijziging van de Wet op de accijns
Artikel V. Wijziging van de Wet op de economische delicten
Artikel VI. Inwerkingtreding
Artikel VII. Citeertitel
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Parlement
Documenten bij de totstandkoming van (deze versie van) de wet.

Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht