1.
Degene die aanspraak maakt op een toeslag alsmede de eventuele echtgenoot:
a. verschijnen op een aangegeven plaats en tijd op verzoek van het Landelijk instituut sociale verzekeringen;
b. zijn aanwezig op hun woon- of verblijfplaats op door het Landelijk instituut sociale verzekeringen aan te wijzen uren;
c. maken controle door inspecteurs, die zich met een daartoe strekkende machtiging kunnen legitimeren, mogelijk;
d. nemen, indien zij niet bereikbaar zijn op hun woon- of verblijfplaats, de mededelingen op de aldaar door de inspecteur achtergelaten kaart in acht;
e. geven van een wijziging in hun woon- of verblijfplaats onverwijld kennis aan het Landelijk instituut sociale verzekeringen;
f. verlenen inzage en verstrekken tegen kostprijs kopieën, op verzoek van het landelijk instituut sociale verzekeringen, van boeken, bescheiden stukken en andere gegevens dragers, voor zover deze betekenis kunnen hebben voor het recht op toeslag, de hoogte van de toeslag, het geldend maken van het recht op toeslag of op het bedrag van de toeslag dat wordt betaald.
2.
Ten behoeve van de uitvoering van de wet blijven de verplichtingen als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en f, ook na het verstrekken van een toeslag van toepassing.
3.
Met een inspecteur als genoemd in het eerste lid, wordt bedoeld een door of namens het Landelijk instituut sociale verzekeringen aangewezen en schriftelijk gemachtigd persoon
Inhoudsopgave
- I. Algemeen
+ II. Betaling aan derden
+ III. Slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht