Deelnemings- en inschrijvingsverordening
De ledenvergadering van de Nederlandse Loodsencorporatie,
Gelet op de artikelen 15, 16, 22, tweede lid, en 24, eerste lid, onderdeel d, van de Loodsenwet;
Besluit:
De Inschrijvingsverordening registerloodsen wordt als volgt vastgesteld:
a.
aspirant: degene die de opleiding tot registerloods gaat volgen of volgt gedurende de periode dat hij beschikt over een geldig bewijs tot deelname aan die opleiding, bedoeld in
artikel 4;
2.
In afwijking van het eerste lid wordt de doorhaling van de inschrijving in het register voor de duur van ten hoogste drie jaren opgeschort, indien:
a.
de betrokken registerloods een schriftelijk verzoek daartoe ten minste vierentwintig maanden doch niet eerder dan zesendertig maanden voor het bereiken van de leeftijd van vijfenvijftig jaar bij de algemene raad en gelijktijdig een afschrift daarvan bij de betreffende regionale loodsencorporatie heeft ingediend, onder vermelding van de termijn waarvoor de opschorting van de doorhaling dient te gelden; en
b.
de betrokken registerloods ten aanzien van zijn beschikbaarheid en bevoegdheden één maand voorafgaande aan de dag van de beoogde opschorting medisch dan wel anderszins geen beperkingen heeft met betrekking tot zijn inzetbaarheid of beroepsuitoefening. Hierbij wordt niet als beperking beschouwd, een medische beperking ten aanzien waarvan een keuringsarts schriftelijk heeft vastgesteld dat redelijkerwijs verwacht mag worden dat deze beperking incidenteel is en in totaal vanaf de aanvang van de beperking niet langer dan maximaal twaalf maanden dan wel zes maanden vanaf de dag van de beoogde opschorting zal duren.
3.
Het bestuur van de betreffende regionale loodsencorporatie zendt een verklaring waarin wordt vermeld dat de betreffende registerloods wel of geen beperking als bedoeld in het tweede lid onderdeel b heeft, aan de algemene raad, waarbij ten aanzien van medische beperkingen het bestuur van de betreffende regionale loodsencorporatie gebonden is aan het schriftelijk oordeel van de keuringsarts.
4.
In aanvulling op het tweede lid kan de opschorting van de doorhaling in het register eenmalig met ten hoogste twee jaren worden verlengd. Een schriftelijk verzoek tot verlenging van een opschorting van de doorhaling van de inschrijving in het register wordt ten minste vierentwintig maanden voor afloop van de betreffende opschortingstermijn, onder vermelding van de termijn waarvoor de verlenging tot opschorting van de doorhaling dient te gelden, bij de algemene raad en tegelijkertijd een afschrift daarvan bij het desbetreffende bestuur van de regionale corporatie ingediend, waarbij het bepaalde in het tweede lid onderdeel b en derde lid van toepassing is.
5.
Indien aan de vereisten voor opschorting van de doorhaling genoemd in het tweede en derde lid of voor de verlenging van een opschorting aan het vereiste in het vierde lid is voldaan, wordt de vastgestelde termijn van opschorting van doorhaling van inschrijving in het register dan wel de verlenging daarop gelijk gesteld aan de door de betreffende registerloods aangegeven termijn in zijn in het tweede of vierde lid genoemde verzoek, onverminderd het bepaalde in
artikel 24, eerste lid, onderdeel e van de Loodsenwet en vermeldt de algemene raad een en ander overeenkomstig in het register.
6.
Indien zich een omstandigheid voordoet waardoor de betreffende registerloods in een onafgebroken periode van zes maanden gedurende de termijn van opschorting of verlenging daarvan ten aanzien van zijn beschikbaarheid en bevoegdheden beperkingen heeft met betrekking tot zijn inzetbaarheid of beroepsuitoefening dan wel indien zich een omstandigheid voordoet in een samengestelde periode van zes maanden, bestaande uit perioden waarin de betreffende registerloods beperkingen heeft ten aanzien van zijn beschikbaarheid en bevoegdheden met betrekking tot zijn inzetbaarheid of beroepsuitoefening, die elkaar met een onderbreking van minder dan twee maanden opvolgen, brengt het bestuur van de betrokken regionale loodsencorporatie schriftelijk en onverwijld de algemene raad en de betreffende registerloods van deze omstandigheid in kennis en wordt de opschorting van de doorhaling onverwijld beëindigd.
1.
De algemene raad verstrekt aan de aspirant onder de voorwaarden genoemd in het bewijs tot deelname een studievergoeding van € 3250,- bruto per maand. Deze vergoeding wordt door een daartoe door de algemene raad aangewezen organisatie en in overeenstemming met het verantwoordelijke orgaan van die organisatie voor het eind van de maand waarover de betaling verschuldigd is uitgekeerd.
3.
De algemene raad draagt er zorg voor dat de aspirant onder de voorwaarden genoemd in het bewijs tot deelname aanspraak kan maken op de vangnetregeling bij arbeidsongeschiktheid tot aan het invaliditeitspensioen, het invaliditeitspensioen en daarop aansluitend ouderdomspensioen, volgens de bepalingen van het Pensioenreglement voor aspirant-registerloodsen van de Stichting Beroepspensioenfonds Loodsen, gevestigd te Rotterdam en in geval van overlijden de nabestaanden zich kunnen beroepen op het weduwen- en wezenpensioen, volgens de bepalingen van het Pensioenreglement voor aspiranten.
1.
Een verzoek tot opschorting van de doorhaling van een registerloods die op de datum van de inwerkingtreding van deze verordening de leeftijd van 53 jaar of ouder heeft bereikt, wordt geacht te voldoen aan het gestelde in
artikel 2, tweede lid, onderdeel a, mits dit verzoek binnen negentig dagen na de inwerkingtreding van deze verordening is ingediend.
2.
Ten aanzien van de registerloods aan wie een opschorting van de doorhaling van de inschrijving in het register is verleend op grond van de Inschrijvingsverordening registerloodsen wordt geacht deze opschorting te hebben verkregen overeenkomstig de inschrijvingsverordening registerloodsen 2008. De bepalingen van deze verordening zijn vervolgens onverkort van toepassing op de reeds door de betreffende registerloods verkregen opschorting van de doorhaling van de inschrijving in het register.
Artikel 8. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Aldus vastgesteld in de ledenvergadering van de Nederlandse Loodsencorporatie op 14 oktober 2008 te Rotterdam.