Antigua en Barbuda,
het Gemenebest van de Bahama's,
Barbados,
Belize,
het Gemenebest Dominica,
de Dominicaanse Republiek,
Grenada,
de Republiek Guyana,
de Republiek Haïti,
Jamaica,
Saint Christopher en Nevis,
Saint Lucia,
Saint Vincent en de Grenadines,
de Republiek Suriname,
de Republiek Trinidad en Tobago,
hierna de „Cariforum-staten” genoemd,
enerzijds, en
het Koninkrijk België,
de Republiek Bulgarije,
de Tsjechische Republiek,
het Koninkrijk Denemarken,
de Bondsrepubliek Duitsland,
de Republiek Estland,
Ierland,
de Helleense Republiek,
het Koninkrijk Spanje,
de Franse Republiek,
de Italiaanse Republiek,
de Republiek Cyprus,
de Republiek Letland,
de Republiek Litouwen,
het Groothertogdom Luxemburg,
de Republiek Hongarije,
Malta,
het Koninkrijk der Nederlanden,
de Republiek Oostenrijk,
de Republiek Polen,
de Portugese Republiek,
Roemenië,
de Republiek Slovenië,
de Slowaakse Republiek,
de Republiek Finland,
het Koninkrijk Zweden,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
Partijen bij het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap en het Verdrag betreffende de Europese Unie, hierna de „lidstaten van de Europese Unie” genoemd,
en
de Europese Gemeenschap,
anderzijds,
Gelet op het Herziene Verdrag van Chaguaramas tot oprichting van de Caribische Gemeenschap, met inbegrip van de gemeenschappelijke markt en economie van de Caricom, het Verdrag van Basseterre tot oprichting van de Organisatie van Oost-Caribische staten en de Overeenkomst tot oprichting van een vrijhandelsgebied tussen de Caribische Gemeenschap en de Dominicaanse Republiek, enerzijds, en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, anderzijds;
Gelet op de Partnerschapsovereenkomst tussen de groep van Staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000 en herzien op 25 juni 2005, hierna de „Overeenkomst van Cotonou” genoemd;
Opnieuw uitdrukking gevende aan hun engagement voor eerbiediging van de rechten van de mens, de democratische beginselen en de rechtsstaat, die de essentiële elementen van de Overeenkomst van Cotonou vormen, en goed bestuur, dat het fundamentele element van de Overeenkomst van Cotonou is;
Rekening houdende met de noodzaak de economische, culturele en sociale ontwikkeling van de Cariforumstaten te bevorderen, teneinde een bijdrage te leveren tot vrede en veiligheid en een stabiel en democratisch politiek klimaat te stimuleren;
Gezien het belang dat zij hechten aan de op internationaal vlak overeengekomen ontwikkelingsdoelstellingen en aan de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling van de Verenigde Naties;
Zich bewust van de noodzaak de economische en sociale ontwikkeling van hun bevolking te bevorderen op een wijze die verenigbaar is met een duurzame ontwikkeling, door inachtneming van de fundamentele arbeidsrechten in overeenstemming met hun verbintenissen in het kader van de Internationale Arbeidsorganisatie en door bescherming van het milieu in overeenstemming met de Verklaring van Johannesburg van 2002;
Vastbesloten samen te werken om de doelstellingen van de Overeenkomst van Cotonou, waaronder de uitroeiing van armoede, duurzame ontwikkeling en de geleidelijke integratie van de staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan (ACS-staten) in de wereldeconomie, te verwezenlijken;
Wensende de tenuitvoerlegging van de Ontwikkelingsvisie van de Caricom te vergemakkelijken;
Gelet op hun engagement voor de beginselen en regels voor de internationale handel, en met name die welke zijn opgenomen in de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO);
Rekening houdende met het verschil in de mate van economische en sociale ontwikkeling tussen de Cariforum-staten en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten;
Zich bewust van het belang van de bestaande traditionele relaties, en met name de nauwe historische, politieke en economische banden met elkaar;
Overwegende dat zij deze banden willen versterken en duurzame relaties willen aangaan die zijn gebaseerd op partnerschap en wederzijdse rechten en plichten, ondersteund door een regelmatige dialoog die is gericht op verbetering van kennis van en begrip voor elkaar;
Wensende het kader voor de economische en handelsbetrekkingen met elkaar te versterken door de instelling van een economische partnerschapsovereenkomst die kan dienen als instrument voor de ontwikkeling van de Cariforum-staten;
Strevende naar verruiming van hun economische betrekkingen en, in het bijzonder, hun handels- en investeringsstromen, daarbij voortbouwend op de huidige mate van preferentiële markttoegang tot de Europese Gemeenschap voor de Cariforum-staten en deze verbeterend;
Vastbesloten het regionale integratieproces tussen de Cariforum-staten te steunen, en in het bijzonder de regionale economische integratie te stimuleren als een belangrijk instrument om hun integratie in de wereldeconomie te bevorderen en hen te helpen de uitdagingen van de mondialisering aan te gaan en de economische groei en sociale vooruitgang te bereiken die verenigbaar is met de duurzame ontwikkeling die zij nastreven;
Zich ervan bewust dat de opbouw van capaciteiten en de aanpak van leveringsmoeilijkheden in de Cariforum-staten noodzakelijk zijn om volledig profijt te hebben van de grotere handelsmogelijkheden en de voordelen van hervormingen van de handel te maximaliseren, en
Opnieuw uitdrukking gevend aan de essentiële rol die ontwikkelingshulp, waaronder hulp op handelsgebied, kan hebben voor de ondersteuning van de Cariforum-staten bij de uitvoering en benutting van deze overeenkomst;
Eraan herinnerend dat de Europese Unie (EU) zich ertoe heeft verbonden de ontwikkelingshulp, waaronder hulp voor handel, te vergroten en erop toe te zien dat een aanzienlijk deel van de verbintenissen van de Europese Gemeenschap en van de lidstaten van de EU voor de ACS-landen bestemd wordt;
Vastbesloten ervoor te zorgen dat de ontwikkelingssamenwerking van de Europese Gemeenschap voor regionale economische samenwerking en integratie, zoals voorzien in de Overeenkomst van Cotonou, op zodanige wijze ten uitvoer wordt gelegd dat de verwachte voordelen van deze overeenkomst zo groot mogelijk zijn;
Zich verbindend tot samenwerking, in overeenstemming met de Verklaring van Parijs over de doeltreffendheid van ontwikkelingshulp, de EU-consensus over ontwikkeling en het EU-Caribisch partnerschap voor groei, stabiliteit en ontwikkeling, ter bevordering van de steun van de EU-lidstaten en van andere donoren voor de inspanningen van de Cariforum-staten om de doelstellingen van deze overeenkomst te verwezenlijken;
Ervan overtuigd dat de economische partnerschapsovereenkomst een nieuw, gunstiger klimaat voor hun relaties op het gebied van handel en investeringen tot stand zal brengen en nieuwe, dynamische mogelijkheden voor groei en ontwikkeling zal bieden,
1.
Behoudens het bepaalde in dit artikel staat geen enkele bepaling in deze overeenkomst de EG of de overeenkomstsluitende Cariforum-staten, individueel of collectief, in de weg om in overeenstemming met de desbetreffende WTO-overeenkomsten antidumpingmaatregelen of compenserende maatregelen vast te stellen. Voor de toepassing van dit artikel wordt de oorsprong vastgesteld in overeenstemming met de niet-preferentiële oorsprongsregels van de partijen of de overeenkomstsluitende Cariforum-staten.
2.
Alvorens definitieve antidumpingrechten of compenserende rechten op te leggen voor uit Cariforum-staten ingevoerde producten, overweegt de EG de mogelijkheid van constructieve oplossingen als bedoeld in de desbetreffende WTO-overeenkomsten.
3.
Wanneer namens twee of meer overeenkomstsluitende Cariforum-staten door een regionale of subregionale instantie een antidumpingmaatregel of een compenserende maatregel is opgelegd, is er een enkele instantie voor de rechterlijke toetsing, met inbegrip van een hogere voorziening.
4.
Een overeenkomstsluitende Cariforum-staat past geen antidumpingmaatregel of compenserende maatregel toe op een product wanneer dit binnen de werkingssfeer van een regionale of subregionale maatregel ten aanzien van hetzelfde product valt.
Evenzo zien de Cariforum-staten erop toe dat een regionale of subregionale maatregel ten aanzien van een product niet van toepassing is op een overeenkomstsluitende Cariforum-staat die een dergelijke maatregel op hetzelfde product toepast.
5.
De EG stelt de overeenkomstsluitende Cariforum-staten van uitvoer in kennis van de ontvangst van een terdege gedocumenteerde klacht voordat zij een onderzoek opent.
6.
Dit artikel is van toepassing op alle onderzoeken die na de inwerkingtreding van deze overeenkomst worden geopend.
7.
Dit artikel is niet onderworpen aan de bepalingen in deze overeenkomst over geschillenbeslechting.
1.
Behoudens het bepaalde in dit artikel staat geen enkele bepaling in deze overeenkomst de overeenkomstsluitende Cariforum-staten en de EG in de weg om maatregelen te nemen overeenkomstig artikel XIX van de Algemene Overeenkomst inzake tarieven en handel 1994, de Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen en artikel 5 van de Overeenkomst inzake de landbouw , die een bijlage vormt bij de Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie . Voor de toepassing van dit artikel wordt de oorsprong vastgesteld in overeenstemming met de niet-preferentiële oorsprongsregels van de partijen of de overeenkomstsluitende Cariforum-staten.
2.
Gezien de algemene ontwikkelingsdoelstellingen van deze overeenkomst en de kleine omvang van de economieën van de Cariforum-staten, sluit de EG, in afwijking van lid 1, de invoer uit een Cariforum-staat uit van maatregelen die zij neemt uit hoofde van artikel XIX van de GATT 1994, de WTO-Overeenkomst inzake vrijwaringsmaatregelen en artikel 5 van de Overeenkomst inzake de landbouw .
3.
Lid 2 geldt voor een periode van vijf jaar, te beginnen op de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst. Uiterlijk 120 dagen voor het eind van deze periode beoordeelt de Gezamenlijke Raad Cariforum-EG de werking van deze bepalingen in het licht van de ontwikkelingsbehoeften van de Cariforum-staten, teneinde te kunnen vaststellen of de toepassing ervan moet verlengd.
4.
Lid 1 is niet onderworpen aan de bepalingen in deze overeenkomst over geschillenbeslechting.
1.
Niettegenstaande artikel 24 kan een partij, na alternatieve oplossingen te hebben onderzocht, vrijwaringsmaatregelen van beperkte duur vaststellen die afwijken van artikel 15 of 16, naargelang van het geval, op de voorwaarden van en in overeenstemming met de procedures in dit artikel.
2.
De in lid 1 bedoelde vrijwaringsmaatregelen kunnen worden getroffen wanneer een product dat van oorsprong is uit een van de partijen op het grondgebied van de andere partij wordt ingevoerd in dermate toegenomen hoeveelheden en onder zodanige omstandigheden dat:
a. zij op het grondgebied van de invoerende partij ernstige schade veroorzaken of dreigen te veroorzaken voor binnenlandse producenten van soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten, of
b. zij leiden tot of dreigen te leiden tot verstoring van een economische sector, met name wanneer hierdoor grote sociale problemen of moeilijkheden ontstaan die tot een ernstige verslechtering van de economische situatie van de invoerende partij kunnen leiden, of
c. zij verstoring van de markten voor soortgelijke of rechtstreeks concurrerende landbouwproducten 4) of van de mechanismen tot regeling van die markten veroorzaken of dreigen te veroorzaken.
3.
De in dit artikel bedoelde vrijwaringsmaatregelen mogen niet verder reiken dan wat nodig is om de in lid 2 bedoelde ernstige schade of verstoringen te verhelpen of te voorkomen. De vrijwaringsmaatregelen van de invoerende partij mogen alleen uit één of meer van de volgende maatregelen bestaan:
a. schorsing van de verdere verlaging van het invoerrecht op het betrokken product, zoals voorzien in deze overeenkomst,
b. verhoging van het douanerecht op het betrokken product tot een niveau dat het voor andere WTO-leden geldende recht niet overschrijdt, en
c. invoering van tariefcontingenten voor het betrokken product.
4.
Onverminderd de leden 1 tot en met 3 kan de EG, wanneer een product van oorsprong uit één of meer overeenkomstsluitende Cariforum-staten wordt ingevoerd in dermate toegenomen hoeveelheden en onder zodanige omstandigheden dat hierdoor voor één of meer ultraperifere gebieden van de EG een van de in lid 2, onder a), b) of c), genoemde situaties ontstaat of dreigt te ontstaan, volgens de in de leden 6 tot en met 9 neergelegde procedures toezicht- of vrijwaringsmaatregelen nemen die beperkt zijn tot het gebied of de gebieden in kwestie.
5.
a. Onverminderd de leden 1 tot en met 3 kan een overeenkomstsluitende Cariforum-staat, wanneer een product van oorsprong uit de EG wordt ingevoerd in dermate toegenomen hoeveelheden en onder zodanige omstandigheden dat hierdoor voor die overeenkomstsluitende Cariforum-staat een van de in lid 2, onder a), b) of c), genoemde situaties ontstaat of dreigt te ontstaan, volgens de in de leden 6 tot en met 9 neergelegde procedures toezicht- of vrijwaringsmaatregelen nemen die beperkt zijn tot zijn grondgebied.
b. Een overeenkomstsluitende Cariforum-staat kan vrijwaringsmaatregelen nemen wanneer een product van oorsprong uit de EG op zijn grondgebied wordt ingevoerd in dermate toegenomen hoeveelheden en onder zodanige omstandigheden dat hierdoor voor een opkomende industrie die soortgelijke of rechtstreeks concurrerende producten vervaardigt, verstoringen ontstaan of dreigen te ontstaan. Deze bepaling geldt slechts voor een periode van tien jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van deze overeenkomst. Maatregelen moeten worden genomen volgens de in de leden 6 tot en met 9 neergelegde procedure.
6.
a. De in dit artikel bedoelde vrijwaringsmaatregelen worden slechts zolang gehandhaafd als nodig is om ernstige schade of verstoringen als omschreven in de leden 2, 4 en 5 te vermijden of te verhelpen.
b. De in dit artikel bedoelde vrijwaringsmaatregelen worden niet langer dan twee jaar toegepast. Wanneer de omstandigheden die de instelling van vrijwaringsmaatregelen rechtvaardigden, blijven bestaan, kunnen deze maatregelen worden verlengd voor nog eens maximaal twee jaar. Wanneer de Cariforum-staten of een overeenkomstsluitende Cariforum-staat een vrijwaringsmaatregel toepast, of wanneer de EG een maatregel toepast die beperkt is tot één of meer van haar ultraperifere gebieden, kunnen deze maatregelen evenwel voor een periode van niet meer dan vier jaar worden toegepast en, wanneer de omstandigheden die de instelling van vrijwaringsmaatregelen rechtvaardigden, blijven bestaan, kan deze periode worden verlengd met nog eens vier jaar.
c. In dit artikel bedoelde vrijwaringsmaatregelen die langer dan één jaar van kracht blijven, bevatten duidelijke elementen die geleidelijk leiden tot beëindiging van die maatregelen, uiterlijk aan het einde van de vastgestelde periode.
d. Ten aanzien van de invoer van een product waartegen al eerder vrijwaringsmaatregelen zijn genomen, mogen gedurende een periode van ten minste één jaar na het verstrijken van deze maatregelen niet opnieuw vrijwaringsmaatregelen als bedoeld in dit artikel worden genomen.
7.
Voor de tenuitvoerlegging van de leden 1 tot en met 6 gelden de volgende bepalingen:
a. wanneer een partij van oordeel is dat een van de in de leden 2, 4 en 5 bedoelde omstandigheden zich voordoet, verwijst zij de aangelegenheid onmiddellijk voor onderzoek naar het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EG;
b. het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EG kan elke aanbeveling doen die nodig is om in de gerezen omstandigheden uitkomst te bieden. Indien het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EG daartoe geen aanbeveling heeft gedaan, of indien er binnen 30 dagen nadat de aangelegenheid aan het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EG werd voorgelegd geen bevredigende oplossing is bereikt, kan de invoerende partij overeenkomstig dit artikel passende maatregelen vaststellen om de problemen op te lossen;
c. alvorens een in dit artikel bedoelde maatregel te nemen, of, in de gevallen waarin lid 8 van toepassing is, zo spoedig mogelijk, verstrekt de betrokken partij of overeenkomstsluitende Cariforum-staat het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EG alle informatie ter zake die nodig is voor een grondig onderzoek van de situatie, teneinde een oplossing te zoeken die voor alle betrokken partijen aanvaardbaar is;
d. bij de keuze van vrijwaringsmaatregelen krachtens dit artikel moet voorrang worden gegeven aan maatregelen die het functioneren van deze overeenkomst het minst verstoren;
e. alle krachtens dit artikel genomen maatregelen worden onmiddellijk ter kennis van het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EG gebracht en in dat comité op gezette tijden aan een onderzoek onderworpen, in het bijzonder met het doel een tijdschema vast te stellen voor de afschaffing ervan zodra de omstandigheden dat toelaten.
8.
Wanneer wegens uitzonderlijke omstandigheden onmiddellijk actie moet worden ondernomen, kan de betrokken invoerende partij, of dit nu de EG is, de Cariforum-staten of een overeenkomstsluitende Cariforum-staat, voorlopig de in de leden 3, 4 en/of 5 bedoelde maatregelen nemen zonder de eisen van lid 7 in acht te nemen. Een dergelijke actie mag worden gehandhaafd voor een periode van maximaal 180 dagen, wanneer de maatregelen door de EG zijn genomen, of van maximaal 200 dagen, wanneer de maatregelen door de Cariforum-staten of een overeenkomstsluitende Cariforum-staat zijn genomen of wanneer de door de EG genomen maatregelen beperkt zijn tot het grondgebied van één of meer ultraperifere gebieden. De duur van een voorlopige maatregel wordt meegerekend als deel van de initiële periode en van eventuele verlengingen als bedoeld in de lid 6. Wanneer voorlopige maatregelen worden genomen, wordt rekening gehouden met de belangen van alle betrokken partijen. De betrokken invoerende partij stelt de andere betrokken partij in kennis en verwijst de aangelegenheid onmiddellijk voor onderzoek naar het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EG.
9.
Indien een invoerende partij de invoer van een product onderwerpt aan een administratieve procedure die ten doel heeft snel informatie te verschaffen over de tendens van handelsstromen die aanleiding kunnen geven tot de in dit artikel bedoelde problemen, stelt zij het Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EG daarvan onverwijld in kennis.
10.
De WTO-bepalingen over geschillenbeslechting zijn niet van toepassing op krachtens dit artikel vaststelde vrijwaringsmaatregelen.
Inhoudsopgave
Artikel 1. Doelstellingen
Artikel 2. Beginselen
Artikel 3. Duurzame ontwikkeling
Artikel 4. Regionale integratie
Artikel 5. Monitoring
Artikel 6. Samenwerking in internationale fora
Artikel 7. Ontwikkelingssamenwerking
Artikel 8. Samenwerkingsprioriteiten
- TITEL I. HANDEL IN GOEDEREN
+ TITEL II. INVESTERINGEN, HANDEL IN DIENSTEN EN E-HANDEL
+ TITEL III. LOPENDE BETALINGEN EN KAPITAALVERKEER
+ TITEL IV. HANDELSGERELATEERDE VRAAGSTUKKEN
Artikel 202. Doel
+ Artikel 203. Werkingssfeer
Artikel 204. Overleg
+ Artikel 205. Bemiddeling
Artikel 206. Inleiding van de arbitrageprocedure
Artikel 207. Instelling van het arbitragepanel
Artikel 208. Tussentijds panelverslag
+ Artikel 209. Uitspraken van het arbitragepanel
Artikel 210. Naleving van de uitspraak van het arbitragepanel
Artikel 211. Redelijke termijn voor naleving
Artikel 212. Onderzoek van maatregelen getroffen tot naleving van de uitspraak van het arbitragepanel
Artikel 213. Tijdelijke maatregelen bij niet-naleving
+ Artikel 214. Onderzoek van nalevingsmaatregelen getroffen na de vaststelling van passende maatregelen
Artikel 215. Onderling overeengekomen oplossing
Artikel 216. Reglement van orde
Artikel 217. Inlichtingen en technisch advies
Artikel 218. Talen van stukken en pleidooien
Artikel 219. Interpretatieregels
Artikel 220. Uitspraken van het arbitragepanel
Artikel 221. Lijst van scheidsrechters
Artikel 222. Relatie tot WTO-verplichtingen
Artikel 223. Termijnen
Artikel 224. Algemene uitzonderingsclausule
Artikel 225. Uitzonderingen met betrekking tot de nationale veiligheid
Artikel 226. Belastingen
Artikel 227. Gezamenlijke Raad Cariforum-EG
Artikel 228. Samenstelling en reglement van orde
Artikel 229. Beslissingsbevoegdheden en procedures
Artikel 230. Handels- en ontwikkelingscomité Cariforum-EG
Artikel 231. Parlementair Comité Cariforum-EG
Artikel 232. Raadgevend Comité Cariforum-EG
Artikel 233. Definitie van de partijen en naleving van verplichtingen
Artikel 234. Coördinatoren en uitwisseling van informatie
Artikel 235. Transparantie
Artikel 236. Dialoog over financiële kwesties
Artikel 237. Samenwerking bij de bestrijding van illegale financiële activiteiten
Artikel 238. Regionale preferentie
Artikel 239. Ultraperifere gebieden van de Europese Gemeenschap
Artikel 240. Betalingsbalansproblemen
Artikel 241. Verband met de Overeenkomst van Cotonou
Artikel 242. Verband met de WTO-Overeenkomst
Artikel 243. Inwerkingtreding
Artikel 244. Duur
Artikel 245. Territoriaal toepassingsgebied
Artikel 246. Herzieningsclausule
Artikel 247. Toetreding van nieuwe lidstaten tot de EU
Artikel 248. Toetreding
Artikel 249. Authentieke teksten
Artikel 250. Bijlagen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht