1.
Indien de surseance van betaling wordt ingetrokken onder het gelijktijdig uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling, gelden de volgende regelen:
a. de bewindvoerder in de schuldsaneringsregeling oefent de bevoegdheid uit, in artikel 228, eerste lid, tweede volzin, aan de bewindvoerder in de surseance toegekend;
b. boedelschulden, gedurende de toepassing van de surseance ontstaan, gelden ook in de toepassing van de schuldsaneringsregeling als boedelschulden;
c. in de surseance ingediende vorderingen gelden als ingediend in de schuldsaneringsregeling.
2.
Artikel 249, eerste lid, onder 1° en 4°, is van overeenkomstige toepassing.
Inhoudsopgave
+ Titel I. Van faillissement
- Titel II. Van surseance van betaling
+ Titel III. Schuldsaneringsregeling natuurlijke personen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht