1.
Bij het vonnis van faillietverklaring of bij een latere beschikking kan de rechtbank, zo de belangrijkheid of de aard des boedels daartoe aanleiding geeft, uit de haar bekende schuldeisers een voorlopige commissie van een tot drie leden benoemen, ten einde de curator van advies te dienen, zolang over de benoeming van de in het volgende artikel genoemde commissie geen beslissing is genomen.
2.
Indien een lid van de voorlopige commissie zijn benoeming niet aanneemt, bedankt of overlijdt, voorziet de rechtbank, uit een voordracht van een dubbeltal door de rechter-commissaris, in de daardoor ontstane vacature.
1.
Hetzij al of niet een voorlopige commissie uit de schuldeisers is benoemd, raadpleegt de rechter-commissaris op de verificatievergadering de schuldeisers, na afloop der verificatie, over de benoeming van een definitieve commissie uit hun midden. Zo de vergadering deze wenselijk acht, gaat hij dadelijk tot de benoeming over. Ook deze commissie bestaat uit een tot drie leden.
2.
Een verslag van het hieromtrent verhandelde wordt in het proces-verbaal der vergadering opgenomen.
3.
Indien een lid van de definitieve commissie zijn benoeming niet aanneemt, bedankt of overlijdt, voorziet de rechter-commissaris in de daardoor ontstane vacature.
Artikel 76
De commissie kan te allen tijde raadpleging van de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers, op het faillissement betrekking hebbende, vorderen. De curator is verplicht aan de commissie alle van hem verlangde inlichtingen te verstrekken.
Artikel 77
Tot het inwinnen van het advies der commissie vergadert de curator met haar, zo dikwijls hij het nodig acht. In deze vergaderingen zit hij voor en voert hij de pen.
1.
De curator is verplicht het advies der commissie in te winnen, alvorens een rechtsvordering in te stellen of een aanhangige voort te zetten of zich tegen een ingestelde of aanhangige rechtsvordering te verdedigen, behalve waar het geldt verificatiegeschillen; omtrent het al of niet voortzetten van het bedrijf des gefailleerden; alsmede in de gevallen van de
artikelen 37,
39,
40,
58, tweede lid,
73, tweede lid,
100,
101,
175, laatste lid en
177, en in het algemeen omtrent de wijze van vereffening en tegeldemaking van de boedel en het tijdstip en het bedrag der te houden uitdelingen.
2.
Dit advies wordt niet vereist, wanneer de curator de commissie tot het uitbrengen daarvan, met inachtneming van een bekwamen termijn, ter vergadering heeft opgeroepen en er geen advies wordt uitgebracht.
Artikel 79
De curator is niet gebonden aan het advies der commissie. Zo hij zich daarmede niet verenigt, geeft hij hiervan onmiddellijk kennis aan de commissie, die de beslissing van de rechter-commissaris kan inroepen. Zo zij verklaart dit te doen, is de curator verplicht de uitvoering van de voorgenomen, met het advies der commissie strijdige, handeling gedurende drie dagen op te schorten.