1.
Indien de raad de behandeling van verzoekschriften opdraagt aan een gemeentelijke ombudsman, benoemt hij deze voor de duur van zes jaar.
2.
De raad benoemt een plaatsvervangend ombudsman. Deze paragraaf is op de plaatsvervangend ombudsman van overeenkomstige toepassing.
3.
De ombudsman wordt door de raad ontslagen:
a. op eigen verzoek;
b. wanneer hij door ziekte of gebreken blijvend ongeschikt is zijn functie te vervullen;
c. bij de aanvaarding van een betrekking als bedoeld in artikel 81r, eerste lid;
d. wanneer hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
e. indien hij bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, hij surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld;
f. indien hij naar het oordeel van de raad ernstig nadeel toebrengt aan het in hem gestelde vertrouwen.
4.
De raad stelt de ombudsman op non-activiteit indien hij:
a. zich in voorlopige hechtenis bevindt;
b. bij een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel hem bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;
c. onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, hij surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld ingevolge een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak.
1.
De ombudsman vervult geen betrekkingen waarvan de uitoefening ongewenst is met het oog op een goede vervulling van zijn ambt of op de handhaving van zijn onpartijdigheid en onafhankelijkheid of van het vertrouwen daarin.
2.
Artikel 12 is van overeenkomstige toepassing op de ombudsman.
1.
Alvorens zijn functie te kunnen uitoefenen, legt de ombudsman in de vergadering van de raad, in handen van de voorzitter, de volgende eed (verklaring en belofte) af: «Ik zweer (verklaar) dat ik, om tot ombudsman benoemd te worden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd.
Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen.
Ik zweer (verklaar en beloof) dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet , dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als ombudsman naar eer en geweten zal vervullen.
Zo waarlijk helpe mij God almachtig!»
(«Dat verklaar en beloof ik!»)
2.
Wanneer de eed (verklaring en belofte), bedoeld in het eerste lid, in de Friese taal wordt afgelegd, luidt de tekst van de eed (verklaring en belofte) als volgt: «Ik swar (ferklearje) dat ik, om ta ombudsman beneamd te wurden, streekrjocht noch midlik, ûnder wat namme of wat ferlechje ek, hokker jefte of geunst dan ek jûn of ûnthjitten haw. Ik swar (ferklearje en ûnthjit) dat ik, om eat yn dit amt te dwaan of te litten, streekrjocht noch midlik hokker geskink of hokker ûnthjit dan ek oannommen haw of oannimme sil. Ik swar (ûnthjit) dat ik trou wêze sil oan 'e Grûnwet , dat ik de wetten neikomme sil en dat ik myn plichten as ombudsman yn alle oprjochtens ferfolje sil. Sa wier helpe my God Almachtich!» («Dat ferklearje en ûnthjit ik!»).
1.
Op voordracht van de ombudsman benoemt het college het personeel van de ombudsman dat nodig is voor een goede uitoefening van zijn werkzaamheden.
2.
De ombudsman ontvangt ter zake van de uitoefening van zijn werkzaamheden geen instructies, noch in het algemeen, noch voor een enkel geval.
3.
Het personeel van de ombudsman verricht geen werkzaamheden voor een bestuursorgaan naar wiens gedraging de ombudsman een onderzoek kan instellen.
4.
Het personeel van de ombudsman is ter zake van de werkzaamheden die het voor de ombudsman verricht, uitsluitend aan hem verantwoording schuldig.
Artikel 81u
De ombudsman zendt jaarlijks een verslag van zijn werkzaamheden aan de raad.
Artikel 81v
De ombudsman ontvangt een bij verordening van de raad vastgestelde vergoeding voor zijn werkzaamheden en een tegemoetkoming in de kosten.
Inhoudsopgave
+ Titel I. Begripsbepalingen
- Titel II. De inrichting en samenstelling van het gemeentebestuur
+ Titel III. De bevoegdheid van het gemeentebestuur
+ Titel IV. De financiën van de gemeente
+ Titel V. Aanvullende bepalingen inzake het toezicht op het gemeentebestuur
+ Titel VI
+ Titel VII. Overgangs- en slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht