Gesloten en geteekend te Meppen den 2den Julij 1824,
bekrachtigd door Z. M. den Koning der Nederlanden,
den 18den Augustus 1824,
en
door Z. M. den Koning van Hanover,
den 24sten September 1824.
Zijne Majesteit de Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, Groot-Hertog van Luxemburg, enz., enz., enz.
En Zijne Majesteit de Koning der vereenigde Rijken van Groot-Brittanje en Ierland, ook Koning van Hanover, Hertog van Brunswijk-Lunenburg, enz., enz., enz.
Noodig geoordeeld hebbende, tot meerdere bevestiging der tusschen de beide Koningrijken der Nederlanden en van Hanover zoo gelukkig bestaande opregte vriendschap en tot onderhouding der rust op de grenzen, dezelve over de geheele linie, waar de beide Rijken aan elkander sluiten, te regelen en vast te stellen, en tevens de tusschen wederzijdsche grensbewoners, wegens wederkeerige betrekkingen, hier en daar bestaande oneenigheden zoo mogelijk te vereffenen, alsmede, ten opzigte der grens-afwaterings-inrigtingen, de voor beide Staten meest doelmatige bepalingen te treffen, hebben met dit oogmerk als Commissarissen benoemd en met de noodige volmagten voorzien, te weten:
Art. 28
Het compascuum in de Twist, in het grensvergelijk tusschen de Nederlanden en het voormalig Munsterland des jaars 1764 en 1784 nader omschreven, zal worden gedeeld en zal de deelingslijn van het compascuum tevens aldaar de territoriale grensscheiding uitmaken.
De deeling is, ingevolge de gegevene toestemming der wederzijdsche geinteresseerden, op de volgende wijze bepaald:
5°.
Hierbij wordt aan de Nederlandsche zijde afgezien van alle vorderingen van schadevergoeding, welke door Nederlandsche onderdanen zouden kunnen worden gemaakt, wegens voormaals op Hanoversch grondgebied door hen bezeten boeën, of anderzins; zullende de voldoening van alle zoodanige gegrond bevonden wordende vorderingen, door de Nederlandsche gemeente van Schoonebeek moeten worden overgenomen.
Waartegen: