1.
De voorzitter stelt de hoogte van de heffing vast op grond van de ten aanzien van de ondernemer en onderneming in het register bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Registratieverordening Hoofdbedrijfschap Ambachten geregistreerde gegevens en het bepaalde in deze verordening.
2.
Indien de ondernemer het bepaalde in artikel 8, eerste lid, onderdeel d, van de Registratieverordening Hoofdbedrijfschap Ambachten niet in acht heeft genomen, stelt de voorzitter de heffing ambtshalve vast.
Artikel 7 [Materieel uitgewerkt per 01-01-2004]
De beschikking tot oplegging van de heffing is schriftelijk. Op de beschikking wordt in ieder geval vermeld:
a. de naam en woonplaats dan wel vestigingsplaats van de ondernemer;
b. het totaal van de vastgestelde heffing;
c. een beknopte specificatie van de heffing;
d. de dagtekening van de beschikking;
e. de termijn waarbinnen de heffing uiterlijk moet zijn betaald;
f. het registratienummer van de onderneming.
1.
Met de beschikking wordt een toelichting meegezonden.
2.
In de toelichting wordt in ieder geval ingegaan op:
a. de wijze waarop de heffing is samengesteld;
b. de wijze van betaling;
c. de bestemming van de heffing;
d. de mogelijkheid van bezwaar met vermelding van de in acht te nemen termijn;
e. de mogelijkheid van vermindering van de heffing.
1.
Indien een ondernemer heeft nagelaten aan het hoofdbedrijfschap of aan de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor de inschrijving in het handelsregister, de opgaven te doen waartoe hij verplicht is, en hem dientengevolge geen dan wel een te lage heffing is opgelegd, stelt de voorzitter alsnog of opnieuw een heffing vast. De artikelen 6, 7 en 8 zijn van overeenkomstige toepassing.
2.
Indien aan een ondernemer een lagere heffing of geen heffing zou zijn opgelegd als hij aan zijn verplichtingen bedoeld in het eerste lid zou hebben voldaan, blijft de ondernemer de heffing verschuldigd die is vastgesteld op basis van de gegevens die bekend waren op het tijdstip van vaststelling van de heffing.
1.
Indien anders dan wegens omstandigheden als bedoeld in artikel 9, eerste lid, aan een ondernemer ten onrechte geen dan wel een te lage heffing is opgelegd, stelt de voorzitter alsnog of opnieuw een heffing vast.
2.
De voorzitter deelt mede op welke gronden alsnog dan wel opnieuw een heffing is vastgesteld.
3.
De artikelen 6, 7 en 8 zijn van overeenkomstige toepassing.
Inhoudsopgave
+ § 1. Begripsbepaling en toepassingsgebied
+ § 2. De heffing
- § 3. De vaststelling en oplegging van de heffing
+ § 4. De betaling van de opgelegde heffing
+ § 5. Vermindering van heffing
+ § 6. Overige bepalingen en slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht