Let op. Deze wet is vervallen op 1 januari 2015. U leest nu de tekst die gold op -.

Hygiënebesluit opfokleghennenbedrijven (PPE) 2007

Uitgebreide informatie
Hygiënebesluit opfokleghennenbedrijven (PPE) 2007
Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren;
Besluit van het Productschap Pluimvee en Eieren van 13 september 2007;
Gelet op de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007;
Besluit:
Artikel 1
Dit besluit neemt de terminologie, als omschreven in artikel 1 van de Verordening hygiënevoorschriften pluimveehouderij (PPE) 2007, over en verstaat daarnaast onder ondernemer: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die een opfokleghennenbedrijf uitoefent.
Artikel 2
De in artikel 2, derde lid, van de Verordening genoemde eisen waaraan de ondernemer die zijn opfokleghennen in kooien houdt, heeft te voldoen, zijn opgenomen in Bijlage I.
1.
De uitslag van een hygiënogram als bedoeld in artikel 3, vijfde lid, van de Verordening, is kleiner dan of gelijk aan 1,5.
2.
Indien de in het eerste lid bedoelde uitslag groter dan 1,5 maar kleiner dan of gelijk aan 3,0 is, dan wordt door een professioneel ontsmettingsbedrijf de stal opnieuw ontsmet. Daarna mag een nieuw koppel opfokleghennen worden geplaatst. Na de eerstvolgende leegstandsperiode mag een nieuw koppel opfokleghennen worden geplaatst indien de uitslag van het hygiënogram kleiner dan of gelijk is aan 1,5.
3.
Indien de in het eerste lid bedoelde uitslag groter is dan 3,0 dan wordt de stal door een professioneel ontsmettingsbedrijf opnieuw ontsmet. Na het ontsmetten wordt een hygiënogram uitgevoerd. Een nieuw koppel opfokleghennen mag alleen dan worden geplaatst indien de uitslag van het hygiënogram kleiner dan of gelijk is aan 1,5.
4.
Wanneer overeenkomstig Bijlage II onder b. van het Besluit erkenningsvoorwaarden en werkwijzen HOSOWO-instanties (PPE) 2007 de uitslag van twee van de vijf onderdelen van de visuele controle slecht is, wordt na de volgende ronde nogmaals een hygiënogram uitgevoerd.
1.
Voorafgaand aan het overplaatsen van een koppel opfokleghennen worden van tenminste 0,5% van dat koppel door of namens GD bloedmonsters genomen, met een minimum van 24 monsters en een maximum van 60 monsters. De analyse van de bloedmonsters wordt uitgevoerd door GD overeenkomstig Bijlage II onderdeel D .
2.
In afwijking van het eerste lid kunnen van een koppel opf okleghennen door of namens de ondernemer mestmonsters worden genomen overeenkomstig Bijlage II onderdeel A.l .
3.
Het in het eerste of tweede lid bedoelde onderzoek vindt plaats maximaal 14 dagen voordat het koppel, al dan niet binnen één bedrijf, wordt overgeplaatst.
4.
Indien uit het onderzoek als bedoeld in het eerste of tweede lid blijkt dat een monster is besmet met Salmonella enteritidis of Salmonella typhimurium, wordt dit door de ondernemer onverwijld aan GD gemeld. GD voert vervolgens in opdracht van de voorzitter een verificatieonderzoek uit overeenkomstig Bijlage II onderdelen A.2 en C .
Artikel 5
De resultaten van de analyse van de monsters als bedoeld in artikel 4, tweede lid, onderdeel a. van de Verordening worden door of namens de ondernemer doorgegeven overeenkomstig Bijlage II onderdeel E .
Artikel 6
Indien bij een koppel opfokleghennen besmetting met Salmonella enteritidis of Salmonella typhimurium is aangetoond, dient een traceringsonderzoek te worden uitgevoerd door een volgens de GVP-code erkende dierenarts of de GD.
1.
Dit besluit kan worden aangehaald als: Hygiënebesluit opfokleghennenbedrijven (PPE) 2007.
2.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag van dagtekening in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie, waarin het wordt geplaatst.
Zoetermeer, 13 september 2007
plv. voorzitter
secretaris
Inhoudsopgave
Artikel 1
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 4
Artikel 5
Artikel 6
Artikel 7
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht