Wet van 23 november 2000 tot invoering van de Vreemdelingenwet 2000 en daarmee verband houdende wijziging van diverse wetten alsmede intrekking van de Wet gemeentelijke zorg voor houders van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf (Invoeringswet Vreemdelingenwet 2000)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is in verband met de invoering van de Vreemdelingenwet 2000 bepalingen in diverse wetten te wijzigen, de Wet gemeentelijke zorg voor houders van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf in te trekken alsmede enige overgangsrechtelijke voorzieningen te treffen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Enig artikel
[Wijzigt de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden.]
Artikel 3
[Wijzigt de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens.] :
Artikel 4
[Wijzigt de Wet gemeentelijke zorg voor houders van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf.]
Artikel 5
[Wijzigt de Wet inburgering nieuwkomers.]
Artikel 6
[Wijzigt de Wet inburgering nieuwkomers.]
Artikel 7
[Wijzigt de Wet op de Raad van State.]
Enig artikel
[Wijzigt de Wet identificatie bij financiële dienstverlening 1993 .]
Artikel 1
[Wijzigt de Algemene wet bestuursrecht.]
Artikel 2
[Wijzigt Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.]
Artikel 3
[Wijzigt Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek.]
Artikel 5
[Wijzigt de Wet op de identificatieplicht.]
Artikel 6
[Wijzigt de Wet op de rechtsbijstand.]
Artikel 7
[Wijzigt de Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers. ]
Artikel 8
[Wijzigt de Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie.]
Artikel 1
[Wijzigt de Wet educatie en beroepsonderwijs.]
Artikel 2
[Wijzigt de Wet op de expertisecentra.]
Artikel 3
[Wijzigt de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.]
Artikel 4
[Wijzigt de Wet op het primair onderwijs.]
Artikel 5
[Wijzigt de Wet op het voortgezet onderwijs.]
Artikel 3
[Wijzigt de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering.]
Artikel 4
[Wijzigt de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten.]
Artikel 5
[Wijzigt de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.]
Artikel 6
[Wijzigt de Algemene Ouderdomswet.]
Artikel 7
[Wijzigt de Algemene Nabestaandenwet.]
Artikel 8
[Wijzigt de Algemene Kinderbijslagwet.]
Artikel 11
[Wijzigt de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers.]
Artikel 12
[Wijzigt de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen.]
Artikel 13
[Wijzigt de Wet inkomensvoorziening kunstenaars.]
Artikel 14
[Wijzigt de Wet voorzieningen gehandicapten.]
Artikel 15
[Wijzigt de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997.]
Artikel 16
[Wijzigt de Arbeidsvoorzieningswet 1996.]
Artikel 1
[Wijzigt de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.]
Artikel 3
[Wijzigt de Wet op de toegang tot ziektekostenverzekeringen 1998 .]
1.
Ten aanzien van de mogelijkheid om bezwaar te maken of beroep in te stellen tegen een besluit krachtens de
Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers , dat is genomen voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet, dan wel een handeling krachtens de
Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers , blijft het recht zoals dat gold voor dat tijdstip van toepassing.
2.
Indien tegen een besluit krachtens de
Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze wet een bezwaar- of beroepschrift is ingediend, blijft op de behandeling daarvan het recht zoals dat gold voor dat tijdstip van toepassing.
Artikel 2
Artikel 21 van de Wet arbeid vreemdelingen, zoals dit artikel luidde onmiddellijk voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, blijft van kracht ten aanzien van een bezwaar of beroep, ingediend voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze wet.
1.
In afwijking van
artikel 4 van hoofdstuk 2 kan de toepassing van de Wet gemeentelijke zorg voor houders van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf gedurende ten hoogste zes maanden worden voortgezet ten aanzien van een vreemdeling die op de dag, voorafgaande aan de inwerkingtreding van dat artikel, als vergunninghouder verstrekkingen op grond van die wet genoot.
2.
In afwijking van
artikel 4 van hoofdstuk 2 kan de toepassing van de Wet gemeentelijke zorg voor houders van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf worden voortgezet ten aanzien van een vreemdeling die op de dag, voorafgaande aan de inwerkingtreding van dat artikel, niet langer houder is van een voorwaardelijke vergunning tot verblijf maar wel de verstrekkingen op grond van die wet geniet.
Deze verstrekkingen eindigen vier weken na de dag waarop de beschikking bekend is gemaakt waarbij de voorwaardelijke vergunning tot verblijf is ingetrokken of de geldigheidsduur van de voorwaardelijke vergunning tot verblijf is geëindigd.
Indien de werking van de beschikking waarbij de voorwaardelijke vergunning tot verblijf is ingetrokken of de aanvraag tot het verlengen van de geldigheidsduur is afgewezen, is opgeschort, eindigen de verstrekkingen vier weken na de dag waarop de opschorting eindigt en uitzetting om die reden niet langer achterwege hoeft te blijven. Indien daarvan sprake is vóór de inwerkingtreding van deze wet, dan eindigen de verstrekkingen vier weken na de dag waarop deze wet in werking is getreden.
Artikel 7
Indien het bij koninklijke boodschap van 16 september 1999 ingediende voorstel van wet tot algehele herziening van de Vreemdelingenwet (Vreemdelingenwet 2000)( Kamerstukken II 1998/1999, 26 732), nadat het tot wet is verheven, in werking treedt, treedt deze wet op hetzelfde tijdstip in werking.
Artikel 8
Deze wet wordt aangehaald als: Invoeringswet Vreemdelingenwet 2000.
Gegeven te 's-Gravenhage, 23 november 2000
De Minister van Justitie,
De Staatssecretaris van Justitie,
Uitgegeven de zevende december 2000
De Minister van Justitie,