1.
Onmiddellijk nadat de stemming is geëindigd, stelt het stembureau vast de aantallen geldige stempassen, kiezerspassen en volmachtbewijzen. De som van deze aantallen is het aantal kiezers dat tot de stemming is toegelaten.
2.
De aantallen worden door de voorzitter aan de aanwezige kiezers medegedeeld.
1.
Het stembureau doet in afzonderlijke pakken:
a.
de geldige stempassen, kiezerspassen en volmachtbewijzen;
b.
de onbruikbaar gemaakte stempassen, kiezerspassen en volmachtbewijzen;
c.
de onbruikbaar gemaakte stembiljetten;
d.
de niet gebruikte stembiljetten.
2.
Elk pak wordt verzegeld en voorzien van de naam van de gemeente en het nummer van het stembureau.
Artikel N 5
De leden van het stembureau openen de stembiljetten en voegen deze lijstgewijze bijeen. Zij kunnen zich bij deze werkzaamheden doen bijstaan door plaatsvervangende leden en door ambtenaren van de gemeente, daartoe door burgemeester en wethouders aan te wijzen.
1.
Het stembureau stelt ten aanzien van iedere lijst vast:
a.
het aantal op iedere kandidaat uitgebrachte stemmen;
b.
de som van de aantallen stemmen, bedoeld onder a.
2.
Daarnaast stelt het stembureau vast:
a.
het aantal blanco stemmen;
b.
het aantal ongeldige stemmen.
3.
De som van de aantallen op kandidaten uitgebrachte stemmen, blanco stemmen en ongeldige stemmen is het aantal stemmen dat is geteld.
1.
Blanco is de stem uitgebracht op een stembiljet dat door de kiezer is ingeleverd zonder dat hij geheel of gedeeltelijk een wit stipje in een stemvak rood heeft gemaakt en zonder dat hij anderszins op het stembiljet geschreven of getekend heeft.
2.
Ongeldig is de stem uitgebracht op een ander stembiljet dan bij of krachtens deze wet mag worden gebruikt.
3.
Voorts is ongeldig de stem die niet als blanco wordt aangemerkt, maar waarbij de kiezer op het stembiljet niet, door het geheel of gedeeltelijk rood maken van het witte stipje in een stemvak, op ondubbelzinnige wijze heeft kenbaar gemaakt op welke kandidaat hij zijn stem uitbrengt, of waarbij op het stembiljet bijvoegingen zijn geplaatst waardoor de kiezer kan worden geïdentificeerd.
1.
Het stembureau beslist met inachtneming van
artikel N 7 over de geldigheid van het stembiljet.
2.
De voorzitter maakt de reden van ongeldigverklaring en van twijfel over de geldigheid, alsmede de beslissing daaromtrent onmiddellijk bekend.
3.
Indien een van de aanwezige kiezers dit verlangt, moet het biljet worden getoond. De kiezers kunnen mondeling bezwaren tegen de genomen beslissing inbrengen.
Artikel N 8a
Het stembureau stelt vast het verschil tussen het aantal kiezers dat tot de stemming is toegelaten en het aantal stemmen dat is geteld. Voor zover mogelijk geeft het stembureau hiervoor een verklaring.
1.
Terstond nadat de stemmen zijn opgenomen, deelt de voorzitter de aantallen, bedoeld in de
artikelen N 6 en
N 8a, mede. Door de aanwezige kiezers kunnen mondeling bezwaren worden ingebracht.
2.
Vervolgens worden de stembiljetten met een blanco stem en de ongeldig verklaarde stembiljetten in pakken gedaan, die worden verzegeld. Op deze pakken wordt vermeld:
a.
de naam van de gemeente en het nummer van het stembureau;
b.
het aantal stembiljetten dat het pak bevat.
3.
Daarop worden de geldige stembiljetten, lijstgewijs gerangschikt, in een of meer pakken gedaan, die worden verzegeld.
4.
Op ieder pak, in het derde lid bedoeld, worden vermeld:
a.
de naam van de gemeente en het nummer van het stembureau;
b.
het aantal stembiljetten dat het pak bevat, alsmede, indien de biljetten in meer dan één pak worden gedaan, de nummers van de lijsten waarop de ingesloten biljetten betrekking hebben.
1.
Nadat alle werkzaamheden, in
artikel N 9 vermeld, zijn beëindigd, wordt onmiddellijk proces-verbaal opgemaakt van de stemming en van de stemopneming. Alle ingebrachte bezwaren worden in het proces-verbaal vermeld.
2.
Het proces-verbaal wordt door alle aanwezige leden van het stembureau getekend.
3.
Bij ministeriële regeling wordt voor het proces-verbaal een model vastgesteld.
1.
Het proces-verbaal wordt met de verzegelde pakken, bedoeld in
artikel N 2, alsmede met die, bedoeld in
artikel N 9, door de voorzitter of een door hem aan te wijzen ander lid van het stembureau naar de burgemeester overgebracht.
2.
Nadat de burgemeester van alle in zijn gemeente gevestigde stembureaus het proces-verbaal heeft ontvangen, stelt hij ten aanzien van iedere kandidaat en iedere lijst vast het aantal stemmen dat in zijn gemeente op die kandidaat, onderscheidenlijk die lijst, is uitgebracht.
3.
De burgemeester stelt tevens vast:
a.
het aantal blanco stemmen;
b.
het aantal ongeldige stemmen;
c.
het aantal stemmen dat bij volmacht is uitgebracht; en
d.
het verschil tussen het aantal kiezers dat tot de stemming is toegelaten en het aantal stemmen dat is geteld. Voor zover mogelijk geeft de burgemeester hiervoor een verklaring.
4.
De burgemeester van ’s-Gravenhage maakt bij de vaststelling, bedoeld in het tweede en derde lid, apart melding van het aantal stemmen dat ten aanzien van iedere kandidaat en iedere lijst in de briefstembureaus op die kandidaat, onderscheidenlijk die lijst, is uitgebracht.
5.
Voor de in het tweede en derde lid bedoelde vaststelling wordt gebruik gemaakt van een formulier waarvoor bij ministeriële regeling een model wordt vastgesteld.
1.
De burgemeester brengt de processen-verbaal en de opgave van de door hem vastgestelde aantallen stemmen onverwijld over naar het hoofdstembureau. Tevens legt hij een afschrift van deze stukken onverwijld voor een ieder ter inzage op het gemeentehuis totdat over de toelating van de gekozenen is beslist.
2.
De burgemeester brengt de pakken, bedoeld in
artikel N 9, op verzoek van het centraal stembureau over naar het centraal stembureau.
3.
De burgemeester bewaart de pakken, bedoeld in de
artikelen N 2 en
N 9, die niet naar het centraal stembureau zijn overgebracht, en de afschriften, bedoeld in het eerste lid, drie maanden nadat over de toelating van de gekozenen is beslist. Daarna vernietigt hij deze stukken onmiddellijk, tenzij:
a.
de officier van justitie of de rechter-commissaris in het kader van een strafrechtelijk onderzoek een verzoek heeft gedaan tot overdracht van deze stukken, in welk geval de vernietiging plaatsvindt nadat dit onderzoek is afgerond;
4.
Van de vernietiging wordt proces-verbaal opgemaakt.
Artikel N 13
Nadat is beslist over de toelating van de gekozenen, is de burgemeester bevoegd, de pakken, bedoeld in de
artikelen N 2 en
N 9, die niet naar het centraal stembureau zijn overgebracht, te openen en deze pakken, alsmede de afschriften, bedoeld in
artikel N 12, eerste lid, over te dragen aan de officier van justitie ten dienste van een onderzoek naar enig strafbaar feit.
Artikel N 15
In afwijking van
artikel N 1, eerste lid, stelt het stembureau vast het aantal door het stembureau ontvangen retourenveloppen en het aantal ingevolge
artikel M 11 terzijde gelegde retourenveloppen. Het verschil tussen deze aantallen is het aantal kiezers dat tot de stemming is toegelaten.
1.
Bij een briefstembureau worden, nadat aan
artikel N 1, tweede lid, toepassing is gegeven, de ingewilligde verzoekschriften tezamen met een gewaarmerkte verklaring van het stembureau betreffende het aantal gestelde parafen, in een pak gedaan, dat wordt verzegeld. Vervolgens worden op overeenkomstige wijze ingepakt de retourenveloppen, bedoeld in
artikel M 11, alsmede de ingeleverde briefstembewijzen.
2.
Alvorens over te gaan tot de handelingen, bedoeld in
artikel N 5, opent de voorzitter van het briefstembureau de enveloppen die zich in de stembus bevinden. Indien in een enveloppe zich geen of meer dan één stembiljet bevindt, wordt hiervan een aantekening gemaakt. Indien zich meer dan één stembiljet in één enveloppe bevindt, doet de voorzitter van het briefstembureau deze biljetten wederom in de enveloppe en legt hij deze, na haar te hebben verzegeld, terzijde.
3.
Artikel N 7 is van toepassing, met dien verstande dat voor de toepassing van het eerste lid, in plaats van «rood heeft gemaakt» wordt gelezen: rood, blauw, zwart of groen heeft gemaakt, en dat voor de toepassing van het derde lid, in plaats van «rood maken» wordt gelezen: rood, blauw, zwart of groen maken.
1.
Indien gebruik is gemaakt van de bevoegdheid, bedoeld in
artikel M 9, tweede lid, vangt het briefstembureau in afwijking van
artikel N 1 de stemopneming op de dag van stemming aan om zeven uur dertig ten aanzien van de stembiljetten die zich op dat moment in de stembus bevinden.
2.
Ten behoeve van de handelingen, bedoeld in de
artikelen M 10 en
M 11, ten aanzien van de nog niet geopende retourenveloppen wordt de stemopneming volgens bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels geschorst. Zodra deze handelingen ten aanzien van alle tijdig binnengekomen retourenveloppen zijn beëindigd, wordt de stemopneming volgens bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels hervat.
3.
Zolang de stemming niet op alle stembureaus in Nederland is geëindigd, blijft
artikel N 9 buiten toepassing. Voorts is een ieder die ambtshalve kennis kan nemen van de vastgestelde aantallen stemmen, zolang verplicht tot geheimhouding daarvan.
1.
Indien in een briefstembureau buiten Nederland de stemopneming, gemeten naar Nederlandse tijd, eerder aanvangt dan in Nederland, blijft
artikel N 9, eerste lid, buiten toepassing.
2.
In dat geval draagt het hoofd van de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging danwel de vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao of Sint Maarten danwel de Nederlandse leiding van de militaire missie er zorg voor dat een afschrift van het proces-verbaal van het briefstembureau vanaf de volgende dag gedurende vier weken bij de vertegenwoordiging danwel de Nederlandse leiding van de militaire missie voor een ieder ter inzage ligt.
Artikel N 18
De leden van een briefstembureau buiten Nederland kunnen zich doen bijstaan door plaatsvervangende leden en door personen, werkzaam op de diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging danwel op de Vertegenwoordiging van Nederland in Aruba, Curaçao of Sint Maarten danwel op de militaire basis waar een briefstembureau is ingesteld, daartoe aan te wijzen door de voorzitter van het briefstembureau.
Artikel N 19
Bij briefstembureaus buiten Nederland wordt op de in
artikel N 9 bedoelde pakken de naam van het land waarin het briefstembureau is gevestigd, vermeld.
1.
Het proces-verbaal van een briefstembureau buiten Nederland wordt met de in
artikel N 2 en
N 9 bedoelde verzegelde pakken overgedragen aan het hoofd van de ingevolge
artikel M 13, eerste lid, aangewezen diplomatieke of consulaire vertegenwoordiging danwel aan de vertegenwoordiger van Nederland in Aruba, Curaçao of Sint Maarten danwel aan de Nederlandse leiding van de militaire missie.
2.
Deze draagt er zorg voor dat het proces-verbaal terstond langs elektronische weg ter kennis van de burgemeester van 's-Gravenhage wordt gebracht.
3.
Voorts draagt hij er zorg voor dat het proces-verbaal met de in de
artikelen M 8,
N 2 en
N 16 bedoelde verzegelde pakken zo spoedig mogelijk per diplomatieke post naar de burgemeester van 's-Gravenhage worden overgebracht.
Artikel N 21
De vaststelling van de aantallen stemmen, bedoeld in
artikel N 11, tweede en derde lid, vindt door de burgemeester van 's-Gravenhage eerst plaats nadat hem tevens alle processen-verbaal van de briefstembureaus buiten Nederland langs elektronische weg ter kennis zijn gebracht.