Let op. Deze wet is vervallen op 15 mei 2006. U leest nu de tekst die gold op 14 mei 2006.

Artikel 2 Legalisatie en verificatie van buitenlandse bewijsstukken betreffende de staat van personen

Uitgebreide informatie
2.1 Aan het legalisatievereiste hoeft niet te worden voldaan als het gaat om stukken die vallen onder een verdrag dat voorziet in vrijstelling of afschaffing van legalisatie en die afkomstig zijn uit een land dat partij is bij het desbetreffende verdrag. Te dien einde gaan hierbij als bijlagen een tot 10 januari 2000 geactualiseerd overzicht van de legalisatieverdragen, met vermelding van de landen die bij het desbetreffende verdrag zijn aangesloten, een verkort overzicht van de legalisatieverdragen, alsmede een landeninformatielijst .
2.2 Tevens zijn van legalisatie vrijgesteld afschriften en uittreksels van akten van de burgerlijke stand die zijn opgemaakt en afgegeven in Indonesië, Nieuw-Guinea en Suriname vóórdat deze landen op 27 december 1949, 1 oktober 1962 resp. 25 november 1975 de onafhankelijkheid verkregen.
vóór de voormelde data aldaar opgemaakte en afgegeven akten kunnen immers worden beschouwd als akten die gelijkgesteld zijn aan de toentertijd in Nederland opgemaakte akten.
Ten aanzien van de in Nieuw-Guinea opgemaakte akten zij verwezen naar de Officiële Mededeling nr. 2/1997 van de Commissie van advies voor de zaken betreffende de burgerlijke staat en de nationaliteit.
Voor de goede orde zij benadrukt dat alle afschriften en uittreksels van akten van de burgerlijke stand die na de voormelde data in Indonesië, Nieuw-Guinea en Suriname zijn afgegeven, in principe aan legalisatie onderworpen zijn. Dat geldt dus ook voor afschriften en uittreksels van akten die vóór de onafhankelijkheid zijn opgemaakt. Zie verder onder 2.3.
2.3 Er is verder aanleiding om uit het buitenland afkomstige stukken die worden overgelegd door personen die in Nederland woonachtig zijn, vrij te stellen van legalisatie, indien de betrokkene met betrekking tot hetzelfde rechtsfeit reeds eerder een gelegaliseerd stuk heeft overgelegd en het desbetreffende gelegaliseerde stuk de basis heeft gevormd voor het opmaken van een akte van de burgerlijke stand in Nederland of voor de opname van gegevens over de desbetreffende persoon in de gba.
Het later overgelegde niet-gelegaliseerde stuk dient inhoudelijk overeen te stemmen met de op grond van het eerder overgelegde gelegaliseerde stuk in de akte of in de gba opgenomen gegevens. Tevens dient vastgesteld te worden dat het latere stuk overeenstemt met het gelegaliseerde stuk zelf.
De toetsing kan geschieden door vergelijking van het niet-gelegaliseerde stuk met de kopie die van het gelegaliseerde stuk is gemaakt.
Indien er geen toetsing kan plaatsvinden omdat de kopie van het gelegaliseerde stuk, overeenkomstig de daarvoor geldende regelgeving, inmiddels vernietigd is, dient de betrokkene aan te tonen dat hij reeds een gelegaliseerd stuk heeft overgelegd waarvan de inhoud overeenstemt met die van het niet-gelegaliseerde stuk. Wanneer hij daartoe niet in staat is, dient legalisatie plaats te vinden.
Het maakt hierbij niet uit of de desbetreffende persoon de Nederlandse nationaliteit bezit of een andere nationaliteit.
Indien de gegevens van de later overgelegde stukken niet overeenstemmen met de gegevens die op grond van de eerder overgelegde stukken zijn opgenomen, dient tevens legalisatie plaats te vinden.
In dat geval zal zonodig ook om verificatie van de inhoud van het later overgelegde stuk worden verzocht.
2.4 Voorts is er aanleiding om een vreemdeling behorende tot een van de hierna onder a, b, c of d genoemde categorieën vrij te stellen van het legalisatievereiste, indien de betrokkene bezwaar maakt tegen legalisatie.
De reden hiervoor is dat het in deze gevallen onverantwoord is de betrokkene te verplichten contact op te nemen met de autoriteiten van het land van herkomst. Indien er twijfel bestaat omtrent de vraag of de betrokkene behoort tot een van de hierna genoemde categorieën, dient er contact opgenomen te worden met de desbetreffende vreemdelingen- dienst.
Inhoudsopgave
A. Aanwijzing probleemlanden
B. Legalisatie
1. Hoofdregel
2. Uitzonderingen op de hoofdregel
A-status
Voorwaardelijke vergunning tot verblijf
In procedure
Omstandigheden waarin het bezwaar van de vreemdeling niet gehonoreerd hoeft te worden
3. In beginsel geen tussenkomst van het Ministerie van Buitenlandse Zaken
4. Controle van de legalisaties
5. Waarde van de legalisaties
C. Verificatie
1. Procedure
2. Uitzondering
D. Hoe te handelen als legalisatie en / of verificatie onvoldoende zekerheid verschaffen?
E. Hoe te handelen als de betrokkene met betrekking tot een afstammingsrelatie geen stukken kan overleggen en er geen gegevens over die relatie zijn opgenomen in een Nederlandse overheidsadministratie?
F. Inlichtingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht