Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
a.
aanvrager: degene die in het register ingeschreven wil worden;
c.
peilreis: het varen van een registerloods op een schip, anders dan voor een loodsreis, met het doel de specifiek benodigde kennis voor een registerloods van een scheepvaartweg bij deze op peil te brengen of te houden;
2.
Bij het verzoek bedoeld in het eerste lid, worden overlegd:
c.
een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie of uit een gelijkwaardig buitenlands register.
3.
Bij de inschrijving vermeldt de algemene raad de geschiktheid, dan wel de tijdelijke of voorlopige ongeschiktheid voor de zeevaart, welke blijkt uit de geneeskundige verklaring van betrokkene. Daarbij wordt de datum van afgifte van de verklaring vermeld.
1.
Op het samenstel van de loodsplichtige scheepvaartwegen waarvoor een registerloods bevoegd is, moet hij in een periode van vierentwintig aaneengesloten maanden ten minste zeventig loods- of peilreizen maken.
2.
Op andere dan de in
artikel 10, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet bedoelde scheepvaartwegen, de Westerschelde, haar mondingen of het Kanaal van Gent naar Terneuzen, waarvoor een registerloods bevoegd is, moet hij in een periode van vierentwintig aaneengesloten maanden ten minste vier loods- of peilreizen maken.
3.
Als bewijs van een loods- of peilreis geldt:
a.
Een op naam van de betreffende registerloods geregistreerde en verrichte loods- of peilreis in een door de algemene raad aangewezen geautomatiseerd inzet- en planningssysteem; of
b.
een schriftelijke verklaring van het bestuur van de regionale loodsencorporatie, waaruit blijkt dat de registerloods een loods- of peilreis heeft gemaakt, onder vermelding van de betreffende scheepvaartweg en de datum van die loods- of peilreis.
1.
Indien de registerloods niet kan voldoen aan de in
artikel 3, eerste of tweede lid, gestelde eisen, kunnen de registerloods en het bestuur van de betreffende regionale loodsencorporatie bij de algemene raad een verzoek tot opschorting van de doorhaling van de inschrijving in het register indienen.
2.
Een verzoek, als bedoeld in het eerste lid wordt door de algemene raad gehonoreerd, indien de algemene raad dit in het belang van de doelmatige dienstverlening acht.
3.
Aan een besluit als bedoeld in het tweede lid kunnen voorwaarden worden verbonden.
4.
Een besluit als bedoeld in het tweede lid kan door de algemene raad op verzoek van de betreffende registerloods en het bestuur van de betreffende regionale loodsencorporatie worden verlengd voor een daarbij aan te geven termijn.
5.
De algemene raad zendt een afschrift van haar besluit als bedoeld in het tweede lid aan de betreffende registerloods en aan het bestuur van de betreffende regionale loodsencorporatie.
1.
De algemene raad haalt de inschrijving van een registerloods ambtshalve door:
c.
na ontvangst van de verklaring van de regionale loodsencorporatie, waartoe de registerloods behoort, met bijgevoegd een overzicht uit het geautomatiseerde inzet- en planningssysteem, als bedoeld in
artikel 3, derde lid, waaruit blijkt dat de registerloods niet heeft voldaan aan het vereiste van
artikel 3, eerste lid; of
2.
Het eerste lid, onderdeel c, blijft buiten toepassing ten aanzien van de registerloods, waarvan het verzoek, bedoeld in
artikel 4 door de algemene raad is gehonoreerd.
1.
De registerloods meldt een wijziging van zijn naam, voornamen of adres onverwijld aan de algemene raad.
2.
De in het eerste lid bedoelde melding is voorzien van een uittreksel uit de gemeentelijke basisadministratie of uit een gelijkwaardig buitenlands register.
Artikel 7
De algemene raad brengt ambtshalve een wijziging aan in het register, voor zover het de gegevens van de loodsplichtige scheepvaartwegen of de categorieën van schepen betreft, waarvoor de registerloods bevoegd is:
b.
indien het een wijziging betreft die voortvloeit uit de voorwaarden, verbonden aan het besluit, bedoeld in
artikel 4, tweede lid.
1.
De algemene raad tekent in het register na ontvangst de inhoud aan van:
c.
een verklaring van de registerloods van wijziging van persoonsgegevens als bedoeld in
artikel 6;
d.
een verklaring van de besturen van de betreffende regionale loodsencorporaties, waaruit blijkt dat de registerloods tot een andere regionale loodsencorporatie is gaan behoren;
f.
de verklaring van de regionale loodsencorporatie, waartoe de registerloods behoort, en het daarbij gevoegde overzicht uit het geautomatiseerde inzet- en planningssysteem, als bedoeld in
artikel 3, derde lid onder a, waaruit blijkt dat de betreffende registerloods niet aan de in
artikel 3, tweede lid, gestelde eis heeft voldaan. Alsdan verliest de betrokken registerloods zijn bevoegdheid voor de in dat lid bedoelde scheepvaartwegen.
2.
Het eerste lid, onderdeel f, blijft ten aanzien van de registerloods, voor wie het verzoek bedoeld in
artikel 4 is gehonoreerd, gedurende de daarvoor geldende termijn, buiten toepassing.
1.
De algemene raad vermeldt in het register de datum van:
d.
een wijziging als bedoeld in
artikel 8, eerste lid, onderdeel e, waarbij als datum geldt de dag waarop de ten grondslag liggende rechterlijke uitspraak of maatregel voor tenuitvoerlegging vatbaar is geworden;
e.
inschrijving van de betrokken registerloods in een andere regionale loodsencorporatie, in het geval, bedoeld in
artikel 8, onderdeel d;
g.
een doorhaling als bedoeld in
artikel 24, eerste lid, onderdeel g, van de Loodsenwet, waarbij als datum geldt de dag waarop de algemene raad uitvoering geeft aan de schorsing van de bevoegdheid op grond van een rechterlijke uitspraak of maatregel welke voor tenuitvoerlegging vatbaar is geworden;
h.
het besluit, bedoeld in
artikel 4, tweede lid, waarbij als datum geldt de dag waarop het besluit definitief is geworden, tenzij in het besluit een andere aanvangsdatum wordt bepaald, in welk geval deze laatste datum geldt;
i.
een verlenging van het besluit als bedoeld in
artikel 4, vierde lid, waarbij als datum geldt de dag waarop de verlenging definitief is geworden, tenzij in de verlenging een andere aanvangsdatum wordt bepaald, in welk geval deze laatste datum geldt; en
j.
de beëindiging van het besluit, bedoeld in
artikel 4, tweede lid of een verlenging daarvan als bedoeld in
artikel 4, vierde lid, waarbij als datum geldt de dag waarop in het besluit of de verlenging daarvan de beëindigingsdatum ervan is bepaald.
1.
De algemene raad verstrekt een inschrijvingsverklaring, als bedoeld in
artikel 22, derde lid van de Loodsenwet onverwijld na de inschrijving aan de betrokken registerloods en doet een bevestiging van de inschrijving toekomen aan het bestuur van de betreffende regionale loodsencorporatie.
2.
De algemene raad stelt de betrokken registerloods en het bestuur van de betreffende regionale loodsencorporatie in kennis van een wijziging van de inschrijving van de registerloods.
3.
De voormalige registerloods is verplicht, nadat zijn inschrijving is doorgehaald, de in het eerste lid bedoelde verklaring onverwijld bij de algemene raad in te leveren.
2.
De vergoedingen, bedoeld in het eerste lid, zijn verschuldigd aan de algemene raad.
Artikel 13
Deze verordening wordt aangehaald als: Loodsenregisterverordening.
Aldus vastgesteld in de ledenvergadering van de Nederlandse loodsencorporatie op
17 december 2013 te Rotterdam