Mandaatbesluit Aziëfaciliteit
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
a.
de Minister: de Minister van Buitenlandse Zaken,
b.
de Aziëfaciliteit: de Subsidieregeling Aziëfaciliteit,
c.
Senter: het agentschap Senter van het Ministerie van Economische Zaken.
1.
Aan de directeur van Senter wordt mandaat verleend om namens de Minister te besluiten op subsidieaanvragen die worden ingediend in het kader van de Aziëfaciliteit.
2.
Besluiten tot subsidieverlening of besluiten tot weigering van subsidieverlening worden door de gemandateerde slechts genomen na goedkeuring door de Directeur Azië en Oceanië van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.
3.
Aan het hoofd Juridische Zaken van Senter wordt mandaat verleend om namens de Minister te beslissen op bezwaarschriften ingevolge de
Algemene wet bestuursrecht tegen besluiten bedoeld in het eerste en tweede lid. Het mandaat omvat de bevoegdheid om namens de Minister in rechte op te treden.
Artikel 3
De gemandateerden bezitten de bevoegdheid tot ondermandatering.
Artikel 4
In de door de gemandateerde te nemen besluiten op grond van de Aziëfaciliteit wordt dit mandaatbesluit aangehaald en wordt in de ondertekening vermeld:
’DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN,
namens deze
...
(functie en naam functionaris )’
Artikel 5
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het geplaatst wordt.
De van Buitenlandse Zaken ,
plv. Directeur-Generaal Regio- en Landenbeleid