Omzetbelasting, vrijstelling; artikel 11, eerste lid, onderdeel g, ten 1°, onder a, van de Wet op de omzetbelasting 1968
De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten:
Dit besluit treft een overgangsregeling voor de belastingheffing over (para)medische diensten. Het bestaande beleid blijft gehandhaafd tot 1 juli 2010.
1. Inleiding
Er bestaat een vrijstelling van omzetbelasting voor diensten door beoefenaren van een aangewezen (para)medisch beroep. De vrijstelling is opgenomen in
artikel 11, eerste lid, onderdeel g, ten 1°, onder a, van de Wet op de omzetbelasting 1968. De tekst van de (para)medische vrijstelling is gewijzigd bij het
Belastingplan 2009 . Deze tekst is op 1 juli 2009 in werking getreden. De feitelijke werking van deze tekst is via een brief aan de Tweede Kamer tot 1 januari 2010 opgeschort. Het
beleidsbesluit over (para)medische diensten van 28 februari 2008 , nr. CPP2008/78M, Stcrt. 50, is daarbij gehandhaafd.
De aanwijzing van beroepsbeoefenaren zoals bedoeld in
artikel 11, eerste lid, onderdeel g, ten 1°, onder a, van de Wet op de omzetbelasting 1968 voor andere dan Wet BIG-beroepsbeoefenaren, die binnen het deskundigheidsgebied van hun Wet BIG-opleiding gezondheidskundige diensten verrichten, is nog niet concreet uitgewerkt. Ik tref daarom een overgangsregeling voor gezondheidskundige diensten van (para)medische beroepsbeoefenaren die op grond van het
beleidsbesluit over (para)medische diensten van 28 februari 2008 , nr. CPP2008/78M, Stcrt. 50, vrijgesteld waren van omzetbelasting.
2. Overgangsregeling
De vrijstelling voor (para)medische diensten blijft tot 1 juli 2010 van toepassing op de gezondheidskundige verzorging van de mens onder de voorwaarden zoals die zijn opgenomen in het
besluit van 28 februari 2008 , nr. CPP2008/78M, Stcrt. 50.
Den Haag, 5 februari 2010