Ondermandaatregeling Cfi 2004
De hoofddirecteur centrale financiën instellingen,
Met goedkeuring van de plaatsvervangend secretaris-generaal;
Gehoord de ondernemingsraad Cfi;
Gelet op:
? de artikelen 5 en 6 van de Organisatie- en mandaatregeling OCW 2004 van 23 februari 2004, kenmerk WJZ2004/9150 (Staatscourant van 3 maart 2004, nr. 43 / pag. 23; Gele Katern nr. 5 van 17 maart 2004);
1.
In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a.
ministerie:
het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
b.
bewindspersoon:
de minister van onderwijs, cultuur en wetenschap of een staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschap,
c.
Cfi:
het agentschap Centrale Financiën Instellingen,
d.
hoofddirecteur:
de hoofddirecteur Cfi,
e.
directeur:
de directeur Productie,
f.
HDT:
het hoofddirectieteam bestaande uit de hoofddirecteur en de directeur,
g.
stafmanager: degene onder wiens dagelijkse leiding een stafeenheid valt,
h.
unitmanager: degene onder wiens dagelijkse leiding een unit valt,
i.
jurist: de (senior) juridisch medewerker belast met procesvoering en het optreden in bezwaarschriftenprocedures en gerechtelijke procedures.
1.
De organisatie van Cfi wordt beschreven in de bij deze regeling behorende
bijlage 1 .
2.
Wijziging van
bijlage 1 geschiedt door de hoofddirecteur.
3.
De stafmanager P&O draagt zorg voor openbare ter inzage legging van
bijlage 1 bij Cfi en bekendmaking van
bijlage 1 op het intranet en de internetsite van Cfi.
1.
De directeur, stafmanagers en, unitmanagers hebben mandaat ten aanzien van alle aangelegenheden die behoren tot hun werkterrein.
2.
Over het mandaat kan de hoofddirecteur nadere afspraken maken met de directeur, de stafmanagers en de unitmanagers. De stafmanager P&O draagt zorg voor openbare ter inzage legging bij Cfi en bekendmaking op het intranet en de internetsite van Cfi van de nadere afspraken voorzover deze afspraken leiden tot wijziging van een mandaat dat op grond van deze regeling is verleend.
1.
De juristen hebben mandaat ten aanzien van procesvoering en het optreden in bezwaarschriftenprocedures en gerechtelijke procedures, waarbij zij zich door anderen mogen doen bijstaan.
2.
De senior juristen hebben tevens het recht van substitutie.
1.
De leden van het HDT kunnen bij afzonderlijk besluit mandaat aan anderen dan de in
artikel 3 en
4 genoemde functionarissen verlenen. Ingevolge het bepaalde in
artikel 6 van de Organisatie- en mandaatregeling OCW 2004 is hiervoor afzonderlijke goedkeuring door de secretaris-generaal, de plaatsvervangend secretaris-generaal of de directeur generaal vereist.
2.
De stafmanager P&O draagt zorg voor openbare ter inzage legging bij Cfi en bekendmaking op het intranet en de internetsite van Cfi van de krachtens het eerste lid verleende mandaten.
3.
De stafmanagers en unitmanagers zijn niet bevoegd tot het verlenen van ondermandaat.
a.
Betreffende privaatrechtelijke rechtshandelingen boven de € 50.000,-,
b.
Betreffende de afhandeling van klachten.
Artikel 7. Vervanging
Bij afwezigheid van de hoofddirecteur gaan diens bevoegdheden over op de directeur.
1.
Er is een regeling omtrent het uitoefenen van het mandaat, het afdoen en ondertekenen van stukken en de aanwijzing van plaatsvervangers, zoals opgenomen in
bijlage 2 .
2.
Wijziging van
bijlage 2 geschiedt door de hoofddirecteur.
3.
De stafmanager P&O draagt zorg voor bekendmaking van
bijlage 2 op het intranet van Cfi.
1.
Er is een regeling omtrent de bevoegdheden inzake het personeel- en organisatiebeleid en het personeelsbeheer, zoals opgenomen in
bijlage 3 .
2.
Wijziging van de regeling, bedoeld in het eerste lid, geschiedt door de hoofddirecteur.
3.
De stafmanager P&O draagt zorg voor bekendmaking van de regeling, bedoeld in het eerste lid, op het intranet van Cfi.
hoofddirecteur centrale financiën instellingen
plaatsvervangend secretaris-generaal