1.
De persoon van wie kosten van bijstand worden teruggevorderd is verplicht desgevraagd aan het college de inlichtingen te verstrekken die voor terugvordering op grond van deze paragraaf van belang zijn.
2.
Het college kan de kosten van de bijstand, bedoeld in de
artikelen 58 en
59 invorderen bij dwangbevel.
3.
Indien de persoon van wie kosten van bijstand als bedoeld in de
artikelen 58, met uitzondering van het eerste lid, en
59 worden teruggevorderd algemene bijstand of een uitkering op grond van de
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen ontvangt, is het college bevoegd tot verrekening van die kosten met die algemene bijstand of uitkering.
4.
Indien de persoon van wie kosten van bijstand als bedoeld in de
artikelen 58, eerste lid, worden teruggevorderd dan wel verplicht is tot betaling van een bestuurlijke boete algemene bijstand of een uitkering op grond van de
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers of de
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen ontvangt, verrekent het college die kosten en bestuurlijke boete met die algemene bijstand of uitkering.