2.
De in het eerste lid bedoelde loonbelasting en premies volksverzekeringen worden berekend voor een werknemer die de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt rekening houdend met uitsluitend 135% van de algemene heffingskorting, bedoeld in
artikel 22 van de Wet op de loonbelasting 1964, over het minimumloon en de aanspraak op vakantiebijslag daarover.
4.
Met ingang van 1 juli 2012 wordt het in het tweede lid genoemde percentage twee keer per kalenderjaar, op 1 januari en 1 juli, verlaagd met 2,5 procentpunt, tot het percentage van 100 is bereikt. Van het herziene percentage doet onze Minister mededeling in de Staatscourant. Dit lid vervalt met ingang van 1 januari 2032.
2.
Met ingang van de dag waarop het netto minimumloon, zonder de daarin begrepen aanspraak op vakantiebijslag, wijzigt, worden de bedragen, genoemd in
artikel 31, tweede lid, onderdelen j, n en r, herzien met het percentage van deze wijziging.
4.
Van de herziene normen en bedragen en van de dag waarop de herziening plaatsvindt wordt door Onze Minister mededeling gedaan in de Staatscourant.
2.
Van de herziene bedragen en van de dag waarop de herziening plaatsvindt wordt door Onze Minister mededeling gedaan in de Staatscourant.