1.
Voor de behandeling van de zaken, bedoeld in de artikelen 168 en 170, vormen gedeputeerde staten uit hun college een of meer kamers.
2.
Elke kamer telt ten minste drie leden, waartoe ook de commissaris van de Koning als voorzitter behoren kan.
3.
Gedeputeerde staten regelen samenstelling en werkzaamheden der kamers.
4.
De voorzitter van een kamer kan de behandeling van eenvoudige zaken aan een enkelvoudige kamer, bestaande uit één door hem uit de kamer aan te wijzen lid, opdragen. Dit lid is te allen tijde bevoegd, indien naar zijn oordeel de zaak niet van eenvoudige aard is, deze naar de bevoegde kamer terug te wijzen.
5.
Op de behandeling door deze kamers is het bij of krachtens de artikelen 168 en 169 bepaalde van overeenkomstige toepassing.
6.
De uitspraken van de meervoudige kamers onderscheidenlijk de enkelvoudige kamers worden getekend door haar voorzitter onderscheidenlijk het lid van de kamer en mede ondertekend door degene die als haar griffier optreedt. De uitspraken gelden als uitspraken van gedeputeerde staten.
Inhoudsopgave
+ Titel I. Begripsbepalingen
+ Titel II. De inrichting en samenstelling van het provinciebestuur
- Titel III. De bevoegdheid van het provinciebestuur
+ Titel IV. De financiën van de provincie
+ Titel V. Aanvullende bepalingen inzake het toezicht op het provinciebestuur
+ Titel VI
+ Titel VII. Overgangs- en slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht