Regeling EEG-tapmaatflessen
De Staatssecretaris van Economische Zaken, Th. M. Hazekamp,
Gelet op artikel 8, eerste lid, van het Besluit EEG-tapmaatflessen (Stb. 1978, 584);
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:EEG-tapmaatfles:
een tapmaatfles, voorzien van het EEG-teken;aangegeven capaciteit van een EEG-tapmaatfles:
de strijkvolle inhoud, die op een EEG-tapmaatfles is aangegeven, of het nominale volume van een EEG-tapmaatfles, waarop de strijkvolle inhoud niet is aangegeven;werkelijke capaciteit van een EEG-tapmaatfles:
de werkelijke strijkvolle inhoud van een EEG-tapmaatfles, voorzien van een aanduiding van de strijkvolle inhoud, of het werkelijk volume van een EEG-tapmaatfles, die niet voorzien is van vorenbedoelde aanduiding.
1.
Een steekproef wordt aselect getrokken uit een partij EEG-tapmaatflessen van hetzelfde model, hetzelfde maaksel en met dezelfde aangegeven capaciteit.
2.
Een steekproef omvat 35 of 40 EEG-tapmaatflessen, naar gelang van de onder punt 2 van de bijlage van deze regeling omschreven methode voor de verwerking van de resultaten van het onderzoek, die door degene die met het onderzoek is belast wordt gekozen.
3.
Een eerste steekproef wordt getrokken uit een partij EEG-tapmaatflessen ter grootte van een uurproduktie van de fabrikant van die flessen.
4.
Indien bij onderzoek van de eerste steekproef niet wordt voldaan aan het goedkeurcriterium, behorend bij de door degene die met het onderzoek is belast gekozen methode voor de verwerking van de resultaten van dat onderzoek en aangegeven in punt 2 van de bijlage van deze regeling, wordt vervolgens een tweede steekproef aselect getrokken uit een partij EEG-tapmaatflessen van hetzelfde model, hetzelfde maaksel en met dezelfde aangegeven capaciteit als die van de eerste partij; de grootte van de tweede partij komt overeen met een produktieperiode, langer dan een uur, waarvan de duur wordt gekozen door degene die met het onderzoek is belast.
5.
Indien bij het onderzoek van de tweede steekproef wordt voldaan aan het goedkeurcriterium, bedoeld in het vierde lid, vervalt het resultaat van het onderzoek van de eerste steekproef.
6.
In afwijking van het vierde lid wordt een tweede steekproef niet getrokken indien degene bij wie het onderzoek plaatsvindt:
b.
aan degene die met het onderzoek is belast inzage verleent van alle bescheiden betreffende de toepassing van dat bedrijfscontrolesysteem.
7.
In een geval als bedoeld in het zesde lid wordt aan de hand van de bescheiden betreffende de bedrijfscontrole, betrekking hebbend op een partij waarvan de grootte overeenstemt met het bepaalde in het vierde lid, berekend, of zou zijn voldaan aan het in dat lid bedoelde goedkeurcriterium, indien een tweede steekproef zou zijn genomen; ingeval aan dat goedkeurcriterium zou zijn voldaan wordt het resultaat van het onderzoek van de eerste steekproef als vervallen beschouwd.
Artikel 4
Voor het onderzoek van een steekproef en de verwerking van de resultaten van dat onderzoek gelden de regelen, vervat in de bijlage van deze regeling.
Artikel 5
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling EEG-tapmaatflessen.
1.
Deze beschikking wordt in de Staatscourant bekendgemaakt.
2.
Zij treedt in werking op het tijdstip waarop het
Besluit EEG-tapmaatflessen in werking treedt.
's-Gravenhage, 27 november 1978