2. Doel van de regeling
Deze regeling beoogt de zorgaanbieder voor te schrijven welke gegevens op welke wijze verplicht moeten worden vastgelegd in het kader van de toepassing van DBBC’s in de forensische zorg (FZ).
3. Afbakening DBBC’s
Per 1 januari 2011 heeft het ministerie van Veiligheid en Justitie (VenJ) naast de DBBC-systematiek ook ZZP’s en extramurale parameters voor de FZ ingevoerd. Voor de afbakening tussen de DBBC’s en de ZZP’s/extramurale parameters geldt het volgende:
?
Voor zorg in het kader van de behandeling van de cliënt (zowel met als zonder verblijf) geldt de DBBC-systematiek. Hieronder valt ook de behandeling aan sterk gedragsgestoorde licht verstandelijke gehandicapten (SGLVG). Voorwaarde hiervoor is dat deze zorg met behandeling geïndiceerd is.
?
De ZZP’s/extramurale parameters gelden voor alle doelgroepen bij de volgende zorgvormen:
?
Ambulante begeleiding (extramurale parameters);
?
Verblijf met begeleiding zonder behandeling (ZZP’s);
?
Verstandelijk beperkten, met uitzondering van de zorg die is gericht op de behandeling van een gedragsstoornis, verslaving of psychiatrische problematiek (ZZP’s).
4.1. Zorgaanbieder
De rechtspersoon die een zorginstelling FZ in stand houdt of een natuurlijke persoon die FZ verleent, dan wel de natuurlijke personen of rechtspersonen, die gezamenlijk een zorginstelling FZ vormen, en die krachtens een overeenkomst FZ verlenen.
2
Waar in deze regeling wordt gesproken van zorgaanbieder wordt ingevolge
artikel 62, eerste lid, Wmg, tevens gedoeld op degene die een administratie voert als bedoeld in
artikel 44, van de Wmg.
Waar in deze regeling wordt gesproken van zorgaanbieder wordt ingevolge
artikel 62, tweede lid, Wmg, tevens gedoeld op degene die ten behoeve van de zorgaanbieder gegevens verzamelt, bewaart en bewerkt, alsmede op de groep in de zin van
artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, indien zorgaanbieders daartoe behoren.
4.2. Zorgverzekeraar
Waar in deze regeling gesproken wordt over de zorgverzekeraar wordt de Directie FZ (DForZo), onderdeel van het Ministerie van VenJ, bedoeld. In de FZ is DForZo verantwoordelijk voor het inkopen van FZ. Derhalve wordt op grond van artikel 4 van het Interimbesluit FZ DForZo gelijkgesteld aan een zorgverzekeraar.
4.3. DBBC
Diagnose behandeling beveiliging combinatie (DBBC) typeert het geheel van prestaties van zorgaanbieders voortvloeiend uit de strafrechtelijke titel welke een cliënt opgelegd krijgt.
1.
De zorgaanbieder voert een DBBC-registratie voor alle aan cliënten verleende FZ als bedoeld in
artikel 1 van deze regeling waarop de DBBC-systematiek van toepassing is. Deze registratie dient te voldoen aan de door de NZa vastgestelde Instructie DBBC-registratie.
2.
De in het eerste lid, tweede volzin, genoemde Instructie DBBC-registratie is vastgesteld in het document ‘Spelregels DBBC-registratie FZ v20121031’
3 . Dit document is te downloaden van de website van de NZa (www.nza.nl).
1
Interimbesluit forensische zorg (Stb. 2010, nr. 875), laatstelijk gewijzigd met Besluit van 27 maart 2012 tot wijziging van het Interimbesluit forensische zorg (Stb. 2012, nr. 134).
2
Zie artikel 1, eerste lid, onderdeel j, van het Interimbesluit forensische zorg.
3
Uitgegeven door DBC-Onderhoud en vastgesteld door de NZa.
De Raad van Bestuur van de Nederlandse Zorgautoriteit
voorzitter Raad van Bestuur.