Let op. Deze wet is vervallen op 1 april 2018. U leest nu de tekst die gold op 31 maart 2018.

Regeling voorwaarden deelname examen keurmeester lichte en zware (bedrijfs)voertuigen

Uitgebreide informatie
Regeling voorwaarden deelname examen keurmeester lichte en zware (bedrijfs)voertuigen
De Directie van de Dienst Wegverkeer (RDW),
Gelet op artikel 20, tweede lid, van de Regeling Erkenning en keuringsbevoegdheid APK;
Besluit:
1.
De aanvraag van de in, artikel 3, eerste lid, onder g en artikel 5, eerste lid, onder f genoemde verklaringen wordt ingediend volgens een door de Directie van de Dienst Wegverkeer vastgesteld aanvraagformulier.
2.
De artikel 3, eerste lid, onder g en artikel 5, eerste lid, onder f genoemde verklaringen worden op aanvraag en tegen betaling, op de door de Dienst Wegverkeer vastgestelde wijze, van het door de Dienst Wegverkeer vastgestelde tarief verleend aan de aanvrager die aan de in deze regeling genoemde eisen voldoet.
Artikel 2. Melden deelname examen
Degenen die in het bezit zijn van de in artikel 3 of artikel 5 genoemde documenten kunnen zich voor deelname aan het betreffende examen rechtstreeks wenden tot de Stichting VAM (IBKI).
1.
Voorwaarde voor deelname aan het examen keurmeester periodieke keuring lichte voertuigen is het bezit van:
a. een resultatenlijst waarop is vermeld dat men geslaagd is voor het examen leerlingwezen voortgezette opleiding onderstellen personenautomobielen, die ingevolge artikel 19 van de Wet op het leerlingwezen (Stb. 1966, 215) is afgegeven door de centrale examencommissie van de Stichting Beroepsopleiding VAM, of
b. het diploma Leerlingwezen voortgezette opleiding (Eerste Monteur) personenautomobielen, dat ingevolge artikel 19 van de Wet op het leerlingwezen (Stb. 1966, 215) is afgegeven door de centrale examencommissie van de Stichting Beroepsopleiding VAM, of
c. het diploma eerste monteur automobielen, afgegeven door de Stichting VAM vóór 1971, of het diploma eerste autotechnicus dan wel het diploma eerste bedrijfsautotechnicus, afgegeven door het ROC, ingevolge de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB), of
d. het nog geldige diploma keurmeester zware (bedrijfs)voertuigen, afgegeven door de Stichting VAM dan wel de daarbij behorende nog geldige bevoegdheidspas, of
e. een certificaat dat vóór 1 januari 2014 is afgegeven door de Stichting VAM (IBKI) na het met goed gevolg hebben afgelegd van de intredetoets, of
f. een EVC-rapport, afgegeven door een erkende EVC-aanbieder en gebaseerd op een proeve van bekwaamheid, dan wel een werkplekobservatie, waarin is vermeld dat de deelnemer een werk- en denkniveau heeft op niveau 3 personenautomobielen, of
g. een door de Directie van de Dienst Wegverkeer (RDW) afgegeven verklaring examen keurmeester lichte voertuigen.
1.
De in artikel 3, eerste lid, onder g genoemde verklaring wordt slechts afgegeven indien de aanvrager blijk heeft gegeven van voldoende theoretische kennis.
2.
Degene die een verklaring aanvraagt geeft blijk van de in het eerste lid bedoelde theoretische kennis door het overleggen van één van de navolgende diploma’s:
a. diploma middelbaar bedrijfstechnicus voor de motorvoertuigenbranche, afgegeven door de Stichting Beroepsopleiding VAM, of
b. diploma A of B van het Instituut voor de Autohandel B.V., of
c. diploma HTS werktuigbouwkunde, of
d. diploma MTS werktuigbouwkunde, of
e. diploma keurmeester lichte voertuigen of het diploma keurmeester zware (bedrijfs)voertuigen of de daarbij behorende bevoegdheidspas die door het verstrijken van de tijd hun geldigheid hebben verloren, of
f. diploma HTS autotechniek, of
g. diploma MTS autotechniek, of
h. diploma commercieel bedrijfsleider / ondernemer kleinbedrijf (niveau 4), met differentiatie Personenautotechniek of Bedrijfsautotechniek, of
i. een in Nederland dan wel daarbuiten afgegeven diploma waarvan is aangetoond dat het tenminste gelijkwaardig is aan één van de in dit artikel onder a tot en h genoemde diploma’s.
1.
Voorwaarden voor deelname aan het examen keurmeester periodieke keuring zware (bedrijfs-) voertuigen is het bezit van:
a. een resultatenlijst waarop is vermeld dat men geslaagd is voor het examen leerlingwezen voortgezette opleiding onderstellen bedrijfsautomobielen, die ingevolge artikel 19 van de Wet op het leerlingwezen (Stb. 1966, 215) is afgegeven door de centrale examencommissie van de Stichting Beroepsopleiding VAM, of
b. het diploma Leerlingwezen voortgezette opleiding (Eerste Monteur) bedrijfsautomobielen, dat ingevolge artikel 19 van de Wet op het leerlingwezen (Stb. 1966, 215) is afgegeven door de centrale examencommissie van de Stichting Beroepsopleiding VAM, of
c. een certificaat dat vóór 1 januari 2014 is afgegeven door de Stichting VAM (IBKI) na het met goed gevolg hebben afgelegd van de intredetoets zware (bedrijfs)voertuigen, of
d. het diploma eerste bedrijfsautotechnicus, afgegeven door het ROC, ingevolge de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB), of
e. een EVC-rapport, afgegeven door een erkende EVC-aanbieder en gebaseerd op een proeve van bekwaamheid, dan wel een werkplekobservatie, waarin is vermeld dat de deelnemer een werk- en denkniveau heeft op niveau 3 bedrijfsautomobielen, of
f. een door de Directie van de Dienst Wegverkeer (RDW) afgegeven verklaring geldig voor deelname aan het examen keurmeester zware bedrijfsvoertuigen.
1.
De in artikel 5, eerste lid, onder f genoemde verklaring wordt slechts afgegeven indien de aanvrager blijk heeft gegeven van voldoende theoretische kennis.
2.
Degene die een verklaring aanvraagt geeft blijk van theoretische kennis door het overleggen van één van de navolgende diploma’s:
a. diploma middelbaar bedrijfstechnicus voor de motorvoertuigenbranche, afgegeven door de Stichting Beroepsopleiding VAM, of
b. diploma A of B van het Instituut voor de Autohandel B.V., of
c. diploma HTS werktuigbouwkunde, of
d. diploma MTS werktuigbouwkunde, of
e. diploma keurmeester zware (bedrijfs)voertuigen of de daarbij behorende bevoegdheidspas die door het verstrijken van de tijd hun geldigheid hebben verloren, of
f. diploma HTS autotechniek, of
g. diploma MTS autotechniek, of
h. diploma commercieel bedrijfsleider /ondernemer kleinbedrijf (niveau 4), met differentiatie Bedrijfsautotechniek, of
i. een in Nederland dan wel daarbuiten afgegeven diploma waarvan is aangetoond dat het ten minste gelijkwaardig is aan één van de in dit artikel onder a tot en met h genoemde diploma’s.
1.
De voor inwerkingtreding van deze Regeling aangevraagde en verleende verklaringen blijven hun geldigheid behouden.
2.
Artikel 3, eerste lid, onder e en artikel 5, eerste lid, onder c vervallen met ingang van 1 januari 2019.
Artikel 8. Intrekking regelingen
De Regeling voorwaarden deelname intredetoets en examen keurmeester lichte en zware (bedrijfs)voertuigen respectievelijk zware aanhangwagens , Stct., 2009,105 wordt ingetrokken.
Artikel 9. Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij worden geplaatst.
Artikel 10. Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling voorwaarden deelname examen keurmeester lichte en zware (bedrijfs)voertuigen.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Directie van de Dienst Wegverkeer,
Algemeen Directeur,
Inhoudsopgave
+ § 1. Algemene Bepalingen
+ § 2. Voorwaarden deelname examen keurmeester lichte voertuigen
+ § 3. Voorwaarden deelname examen keurmeester zware (bedrijfs)voertuigen
+ § 4. Slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht