Wet van 7 maart 2013 tot wijziging van de Wet van 30 september 2010 tot invoering van een nieuw griffierechtenstelsel in burgerlijke zaken (Reparatiewet griffierechten burgerlijke zaken)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is enkele wetstechnische gebreken en leemten te herstellen in de Wet griffierechten burgerlijke zaken en dat daartoe deze wet en in verband hiermee ook enkele andere wetten dienen te worden gewijzigd;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt de Wet griffierechten burgerlijke zaken.]
Artikel II
[Wijzigt het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.]
Artikel III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Artikel IV
Deze wet wordt aangehaald als: Reparatiewet griffierechten burgerlijke zaken.
’s-Gravenhage, 7 maart 2013
De Minister van Veiligheid en Justitie,
Uitgegeven de vijftiende maart 2013
De Minister van Veiligheid en Justitie,