Rijkswet van 20 januari 2005, houdende wijziging van de Schepenwet in verband met de totstandkoming van de Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid en de invoering van een nieuwe regeling van tuchtrechtspraak voor de zeescheepvaart
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de totstandkoming van de Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid en de invoering van een nieuwe regeling van tuchtrecht voor de zeescheepvaart wenselijk is de Raad voor de Scheepvaart op te heffen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt de Schepenwet.]
1.
Beroepen, ingesteld op grond van artikel 18 van de Schepenwet, waarin voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel C, nog geen uitspraak is gedaan, worden afgehandeld door de voorzitter van de Raad voor de Scheepvaart of, indien het beroep een beslissing van een ambtenaar in de Nederlandse Antillen of Aruba betreft, door de voorzitter van de Commissie van Onderzoek.
2.
Ten aanzien van beroepen als bedoeld in het eerste lid blijven de bij of krachtens de artikelen 18 tot en met 22 van de Schepenwet gestelde regels, zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel C, van kracht.
1.
Onderzoeken naar de oorzaken van plaats gehad hebbende scheepsrampen, die door de Raad voor de Scheepvaart zijn ingesteld maar nog niet zijn afgesloten voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdelen D en F, worden door de Raad voor de Scheepvaart afgehandeld, tenzij de voorzitter van de Raad nog geen zittingsdatum voor het onderzoek heeft vastgesteld, in welk geval het onderzoek verder als een onderzoek naar een voorval waarbij een zeeschip is betrokken, door de Onderzoeksraad voor veiligheid wordt behandeld.
2.
Ten aanzien van door de Raad voor de Scheepvaart af te handelen onderzoeken blijven de bij en krachtens de hoofdstukken III, IV en V en de artikelen 56 en 70 van de Schepenwet gestelde regels, zoals deze luidden voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdelen D en F, van kracht.
Artikel IV
Deze rijkswet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan en voor de landen van het Koninkrijk verschillend kan worden vastgesteld.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven te 's-Gravenhage, 20 januari 2005
De Minister van Verkeer en Waterstaat ,
Uitgegeven de achtste februari 2005
De Minister van Justitie ,
Inhoudsopgave
Artikel I
Artikel II
Artikel III
Artikel IV
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Parlement
Documenten bij de totstandkoming van (deze versie van) de wet.

Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht