1.
Indien naar het oordeel van de Autoriteit Consument en Markt na het opleggen van een verplichting als bedoeld in de artikelen 6a.6 tot en met 6a.10, voor zover deze passend zijn, die verplichtingen ontoereikend zijn gebleken om daadwerkelijke en duurzame op infrastructuur gegronde concurrentie te verwezenlijken op een relevante markt onderscheidenlijk een transnationale markt, kan de Autoriteit Consument en Markt die onderneming de verplichting opleggen om de activiteiten die verband houden met het aanbieden van door de Autoriteit Consument en Markt te bepalen vormen van toegang in een zelfstandig opererende bedrijfseenheid te plaatsen en deze activiteiten te leveren aan alle ondernemingen onder dezelfde voorwaarden en prijzen en door middel van dezelfde systemen en processen.
2.
De Autoriteit Consument en Markt gaat in het besluit, bedoeld in het eerste lid, in ieder geval in op de volgende elementen:
a. de exacte aard en het niveau van de scheiding, waarbij met name de rechtsstatus van de zelfstandig opererende bedrijfseenheid wordt vermeld;
b. de identificatie van de activa van de zelfstandig opererende bedrijfseenheid en de producten of diensten die door deze bedrijfseenheid worden geleverd;
c. bestuursregelingen om te zorgen voor de onafhankelijkheid van het personeel dat in dienst is bij de afzonderlijke bedrijfseenheid, en de dienovereenkomstige stimulerende structuur;
d. de voorschriften om te zorgen voor naleving van de wetgeving;
e. de voorschriften om te zorgen voor transparantie van de operationele procedures;
f. een instrument om de mate van naleving van het besluit, bedoeld in het eerste lid, jaarlijks te meten, en
g. publicatie in het jaarverslag van de resultaten van de meting, bedoeld in onderdeel f.
3.
De Autoriteit Consument en Markt kan in het besluit, bedoeld in het eerste lid, verplichtingen opleggen ten aanzien van de elementen, bedoeld in het tweede lid, voor zover dat nodig is om te waarborgen dat de zelfstandige bedrijfseenheid de activiteiten die verband houden met het aanbieden van door de Autoriteit Consument en Markt te bepalen vormen van toegang aan alle ondernemingen onder dezelfde voorwaarden en prijzen levert.
4.
De Autoriteit Consument en Markt legt het ontwerp van het besluit, bedoeld in het eerste lid, en de gronden die aan het ontwerpbesluit ten grondslag liggen voor aan de Europese Commissie, en voegt het volgende bij:
a. het bewijs dat het ontwerpbesluit is gerechtvaardigd;
b. een gemotiveerde evaluatie waaruit blijkt dat er binnen een redelijke termijn weinig of geen kans is op daadwerkelijke en duurzame op infrastructuur gegronde concurrentie;
c. een analyse van de verwachte impact van het ontwerpbesluit op de Autoriteit Consument en Markt, de onderneming, de werknemers van de onderneming, de elektronische communicatiesector als geheel en de stimuli om in deze sector als een geheel te investeren, de sociale en territoriale cohesie, en op andere belanghebbenden alsmede de verwachte impact op de mededinging op het gebied van infrastructuur en gevolgen voor de consument, en
d. een analyse van de redenen waarom deze verplichting het efficiëntste middel zou zijn om de geïdentificeerde mededingingsproblematiek of markttekortkomingen op te lossen.
5.
De Autoriteit Consument en Markt kan de verplichting tot functionele scheiding pas opleggen nadat de Europese Commissie ten aanzien van het ontwerpbesluit, bedoeld in het eerste lid, een besluit heeft genomen dat de Autoriteit Consument en Markt toestaat een verplichting tot functionele scheiding op te leggen. De Autoriteit Consument en Markt stelt in dit besluit tevens vast of ingevolge de in het eerste lid bedoelde verplichting op de betrokken relevante markt tevens verplichtingen als bedoeld in de artikelen 6a.6 tot en met 6a.10, op grond van:
b. artikel 6a.2, eerste lid, onderdeel b, in stand gehouden worden, of
6.
De Autoriteit Consument en Markt stelt voorts vast of ingevolge het in het eerste lid bedoelde besluit tevens op aan het toegangsnetwerk verbonden markten verplichtingen, bedoeld in de artikelen 6a.6 tot en met 6a.10 en 6a.12 tot en met 6a.15, op grond van:
b. artikel 6a.2, eerste lid, onderdeel b, in stand gehouden worden, of
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
+ Hoofdstuk 2. Mededeling en registratie
+ Hoofdstuk 3. Frequenties
+ Hoofdstuk 4. Nummerbeleid en nummerbeheer
+ Hoofdstuk 5. Aanleg, instandhouding en opruiming van kabels
- Hoofdstuk 6. Interoperabiliteit van diensten en vertrouwelijkheid van informatie
- Hoofdstuk 6a. Verplichtingen voor ondernemingen die beschikken over een aanmerkelijke marktmacht
+ Hoofdstuk 6b. Consultatie
+ Hoofdstuk 7. Eindgebruikersbelangen
+ Hoofdstuk 8. Regels met betrekking tot het verspreiden van programma's, systemen voor voorwaardelijke toegang, applicatieprogramma-interfaces en elektronische programmagidsen
+ Hoofdstuk 9. Universele dienstverlening
+ Hoofdstuk 10. Uitrusting
+ Hoofdstuk 11. Bescherming van persoonsgegevens en de persoonlijke levenssfeer
+ Hoofdstuk 11a. Continuïteit
+ Hoofdstuk 12. Geschillen
+ Hoofdstuk 13. Bevoegd aftappen en toepassing van andere bevoegdheden op grond van het Wetboek van Strafvordering en de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 in verband met telecommunicatie
+ Hoofdstuk 14. Buitengewone omstandigheden
+ Hoofdstuk 15. Handhaving
+ Hoofdstuk 16. Vergoedingen
+ Hoofdstuk 17
+ Hoofdstuk 18. Verdere bepalingen
+ Hoofdstuk 19. Overgangsrecht in verband met de implementatie van het Europese geharmoniseerde regelgevende kader voor de elektronische communicatiesector 2002
+ Hoofdstuk 20. Algemene overgangs- en slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht