Besluit van 13 februari 2015, houdende regels omtrent de verstrekking van tijdelijke bijzondere uitkeringen aan de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba voor het verbeteren van de leefbaarheid, de re-integratie naar duurzaam betaald werk en het bevorderen van de maatschappelijke participatie (Tijdelijk Besluit bijzondere uitkeringen integrale projecten BES)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst en Onze Minister van Veiligheid en Justitie van 2 oktober 2014, nr. 2014-0000526780;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 20 november 2014, No.W04.14.0357/1);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 9 februari 2015, 2015-0000074703;
Gelet op artikel 92, derde lid, en artikel 95, van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;
Hebben goed gevonden en verstaan:
–
bijzondere uitkering: een uitkering voor het realiseren van integrale projecten;
–
integrale projecten: projecten die ten minste twee van de in
artikel 2 genoemde beleidsterreinen omvatten;
–
wet:
Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba .
Artikel 2. Verstrekking en doel bijzondere uitkering integrale projecten
Onze Minister kan over de kalenderjaren 2014, 2015 en 2016 bijzondere uitkeringen verstrekken aan een openbaar lichaam voor integrale projecten die uitsluitend ten doel hebben het verbeteren van de leefbaarheid, de re-integratie naar duurzaam betaald werk en het bevorderen van de maatschappelijke participatie op het beleidsterrein van de arbeidsmarkt, kinderopvang, armoede- en schuldenproblematiek, onderwijs, integrale wijkenaanpak, zorg, sport en jeugd.
1.
De aanvraag voor één of meerdere bijzondere uitkeringen wordt door een bestuurscollege van een openbaar lichaam gedaan aan Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, middels een door die Minister te verstrekken formulier.
2.
De aanvraag vermeldt tenminste de integrale projecten en de wijze waarop deze bijdragen aan de te realiseren doelen, genoemd in
artikel 2.
3.
Een aanvraag wordt uiterlijk op 15 november van een kalenderjaar, genoemd in
artikel 2, ingediend.
4.
Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beslist, in overeenstemming met Onze Minister, Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst, op de aanvraag.
Artikel 4. Totale bijdrage
Het jaarlijkse totale bedrag voor bijzondere uitkeringen wordt per kalenderjaar bij ministeriële regeling vastgesteld.
1.
Onze Minister verstrekt de bijzondere uitkering aan een openbaar lichaam zo spoedig mogelijk na de beslissing, bedoeld in
artikel 3, vierde lid.
2.
Onze Minister stelt de bijzondere uitkering uiterlijk vast in het derde jaar dat volgt op het jaar waarin de bijzondere uitkering is aangevraagd.
1.
Een openbaar lichaam besteedt een bijzondere uitkering:
a.
uitsluitend aan de in de aanvraag opgenomen integrale projecten waarvoor het de bijzondere uitkering verstrekt heeft gekregen; en
b.
uiterlijk in het tweede kalenderjaar dat volgt op dat waarin de aanvraag is ingediend.
2.
Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid kan, in overeenstemming met Onze Minister, Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Onze Minister voor Wonen en Rijksdienst, op verzoek van een openbaar lichaam, toestemming verlenen om een verstrekte bijzondere uitkering te besteden aan een ander integraal project dan waarvoor die is aangevraagd, indien voor dat andere project eveneens een bijzondere uitkering verstrekt is.
3.
Indien een bijzondere uitkering niet is besteed op de wijze, bedoeld in het eerste of tweede lid, dan vordert Onze Minister het deel terug dat niet uitsluitend, respectievelijk niet volledig is besteed aan de integrale projecten waarvoor het is verstrekt.
Artikel 7. Informatievoorziening
Een openbaar lichaam verstrekt desgevraagd aan Onze Minister de gegevens die voor de statistiek, beleidsvorming en het monitoren van de voortgang van de integrale projecten nodig zijn. De gegevens worden kosteloos verstrekt.
Artikel 8. Inwerkingtreding
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2014.
Artikel 9. Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Tijdelijk Besluit bijzondere uitkeringen integrale projecten BES.
Wassenaar, 13 februari 2015
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Uitgegeven de zeventiende maart 2015
De Minister van Veiligheid en Justitie,