1.
Na de verwijzing, bedoeld in
artikel 29, gelast de voorzitter van het regionale tuchtcollege waarnaar de zaak is verwezen, een vooronderzoek.
2.
De behandeling van de verwezen zaak vindt vervolgens plaats met overeenkomstige toepassing van de artikelen 65, negende lid, 66, eerste lid, tweede volzin, en tweede tot en met zevende lid, 67, 68, 69, eerste en derde lid, 70, 71 en 72 van de wet, en
6 tot en met 16 en
18 van dit besluit, met dien verstande dat, voor zover in vorengenoemde artikelen verplichtingen van het tuchtcollege ten aanzien van de oorspronkelijke klager zijn opgenomen, deze slechts gelden indien zijn adres hier te lande bekend is. Voorts is
artikel 17 van dit besluit van overeenkomstige toepassing, behoudens voor zover daarin wordt verwezen naar artikel 69, tweede lid, van de wet.