Wet van 3 februari 2011 tot tweede aanpassing van wetten in verband met de nieuwe staatsrechtelijke positie van Bonaire, Sint Eustatius en Saba als openbaar lichaam binnen Nederland – B (Tweede Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba – B)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat met de eilandgebieden Bonaire, Sint Eustatius en Saba is overeengekomen dat zij een staatsrechtelijke positie krijgen binnen het Nederlandse staatsbestel en het in verband hiermee wenselijk is wetten en de Nederlands-Antilliaanse regelingen, die ingevolge de Invoeringswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba als wet van toepassing blijven in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, die nog niet zijn meegenomen in de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, noch in het voorstel voor de Tweede Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba – A (Kamerstukken II, 2009/10, 32 368, nr. 2), aan te passen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel II [Materieel uitgewerkt per 17-02-2013]
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, met dien verstande dat de artikelen IA en IB in werking treden op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
’s-Gravenhage, 3 februari 2011
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Uitgegeven de zestiende februari 2011
De Minister van Veiligheid en Justitie,