1.
Niet tot de in
artikel 1.2 genoemde instellingen behoren militaire instellingen als ziekenboegen, gezondheidscentra en operationeel geneeskundige instellingen.
2.
Op de instellingen, genoemd in
artikel 1.2, onder nummer 1, voor zover het betreft militaire ziekenhuizen en militaire revalidatiecentra, zijn de
artikelen 7, derde lid, onder c,
9, eerste lid, onder b, en
13, eerste lid, eerste volzin, van de wet niet van toepassing.
a.
de instellingen, bedoeld in het vijfde lid, met uitzondering van academische ziekenhuizen, en
–
die zorg verlenen in combinatie met Zvw-verblijf;
–
voor welke zorg op grond van de
Wet marktordening gezondheidszorg een tarief is vastgesteld; en
–
welke zorg behoort tot de ingevolge de
Zorgverzekeringswet te verzekeren prestaties,
een en ander met uitzondering van militaire instellingen;
b.
instellingen die zorg verlenen in combinatie met Wlz-verblijf.
7.
In afwijking van het zesde lid geldt
artikel 18 van de wet niet voor kleinschalige woonvoorzieningen, zijnde instellingen of delen daarvan die:
a.
bestaan uit zelfstandige woningen, dat wil zeggen woningen die naast één of meer privévertrekken een eigen voordeur, een eigen keuken, een eigen toilet en een eigen badkamer hebben,
b.
een beperkte omvang hebben, dat wil zeggen dat zij huisvesting bieden aan ten hoogste zes personen, en
c.
samen met andere in de directe omgeving gelegen zodanige voorzieningen aan niet meer dan 50 personen verblijf bieden.