Let op. Deze wet is vervallen op 19 juli 2006. U leest nu de tekst die gold op 18 juli 2006.

Artikel 2 Uitvoeringsbesluit Zeebrievenwet 1926

Uitgebreide informatie
1.
De door Ons aangewezen Nederlandsche consulaire ambtenaren of andere Nederlandsche autoriteiten kunnen, op aanvrage van belanghebbenden, tijdelijke vergunningen tot het voeren van de Nederlandsche vlag afgeven, voor een daarin aangegeven gebied, voor schepen, waarbij overwegend Nederlandsche belangen zijn betrokken en welke alleen voor rivier- en kustvaart buiten Nederland worden gebruikt, op vertoon van bewijsstukken daarvan, zoomede van door de aanvragers af te leggen verklaringen nopens het bedrijf waarin de schepen zullen worden gebezigd. Bij twijfel moeten zij de bewijsstukken ter beoordeeling overleggen aan Onzen Minister.
2.
Indien eene vergunning wordt gewenscht voor een vaargebied, dat de grenzen van den ambtskring van de bevoegde Nederlandsche autoriteit overschrijdt, wordt door deze vooraf overleg gepleegd met Onzen Minister.
3.
Het formulier van de tijdelijke vergunning wordt door Onzen Minister vastgesteld.
Inhoudsopgave
Artikel 1
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 4
Artikel 5
Artikel 6
Artikel 7
Artikel 8
Artikel 9
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht
Jurisprudentie
Voorbeelden van het gebruik van deze artikel(en) in rechterlijke uitspraken