1.
De hoeveelheid en samenstelling van het in de omgeving aanwezige oppervlaktewater wordt in de nazorgfase halfjaarlijks vastgesteld; bemonstering geschiedt op ten minste twee door het bevoegd gezag aan te geven punten, één stroomopwaarts en één stroomafwaarts van de stortplaats.
2.
In afwijking van het eerste lid kunnen gedeputeerde staten de metingen van de hoeveelheid en de samenstelling van het oppervlaktewater minder frequent uitvoeren, indien:
a. dit op grond van de kenmerken van de stortplaats niet vereist is, dan wel
b. de evaluatie van de gegevens aangeeft dat langere tussenpozen even effectief zijn.
3.
Artikel 10a is van overeenkomstige toepassing.
Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Algemeen
+ Hoofdstuk 2. Voorschriften voor het bepalen van de gemiddeld hoogste en gemiddeld laagste grondwaterstand
+ Hoofdstuk 3. Voorschriften voor de onderafdichting van stortplaatsen en de geohydrologische maatregelen
+ Hoofdstuk 4. Voorschriften voor de bovenafdichting en de gasuitstoot
+ Hoofdstuk 5. Inspectie van de bodembeschermende voorzieningen en onderzoek met betrekking tot de hoedanigheden van de bodem
- Hoofdstuk 6. Nazorgfase met betrekking tot gesloten stortplaatsen
+ Hoofdstuk 7. Overige bepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht
Jurisprudentie
Voorbeelden van het gebruik van deze artikel(en) in rechterlijke uitspraken