Vaststelling model-KB aanstelling leden Algemene Bestuursdienst Circulaire aan de Ministers
Gebleken is dat onduidelijkheid bestaat over de vormgeving van een koninklijk besluit waarbij ambtenaren worden aangesteld tot lid van de Algemene Bestuursdienst (ABD). Om die reden is een model-KB opgesteld, dat bij deze circulaire is gevoegd.
Met name verdient aandacht dat de aanstelling ingevolge artikel 7, eerste lid, van het ARAR geschiedt op voordracht van de vakminister ’in overeenstemming met’ de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Dat betekent dat ondertekening alleen hoeft plaats te vinden door de desbetreffende vakminister. De overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties blijkt uit de medeparagraaf op de minuut van de voordracht aan H.M. de Koningin. Daartoe wordt die minuut verzonden aan het bureau ABD. Na verlening van medeparaaf wordt de minuut teruggezonden naar het desbetreffende ministerie voor aanbieding aan H.M. de Koningin. In de voordracht dient ook uitdrukkelijk te worden opgenomen dat deze geschiedt in overeenstemming met de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Een soortgelijke voordracht en procedure vindt plaats bij ontslag van een lid van de ABD.
Het voorgaande is afgestemd met het Kabinet van de Koningin.
De circulaire van 18 maart 1998, nr. AD98/U282, is ingetrokken.