3.
Na afloop van de termijn, bedoeld in het eerste lid, gelden bedenkingen als bedoeld in artikel 4.9, eerste lid , als een aanbod van de Staat tot aankoop van het beschermd cultuurgoed op de in de artikelen 4.13 en 4.14 geregelde wijze.
3.
Na afloop van de termijn, bedoeld in het eerste lid, gelden bedenkingen als bedoeld in artikel 4.9, eerste lid , als een aanbod van de Staat tot aankoop van het beschermd cultuurgoed op de in de artikelen 4.13 en 4.14 geregelde wijze.